This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.4 Westerse wereldrijken
Slide 1 - Slide
Lesdoel;
In deze paragraaf leer je:
- Hoe koloniale wereldrijken ontstonden en wat oorzaken en gevolgen hiervan waren.
- Hoe het imperialisme plaatsvond in Azië.
- Hoe het imperialisme plaatsvond in Afrika.
- Hoe Nederland zijn koloniale rijk uitbreidde.
Slide 2 - Slide
Wereldrijken
Na 1870 krijgen Europese landen door het opkomende nationalisme en de industriele revolutie andere belangen.
Ze veroveren nu ook de binnenlanden van Afrika en Azië . Zo breidden ze hun kolonies uit tot een echt imperium. Deze tijd van veroveringen wordt modern imperialisme genoemd.
Slide 3 - Slide
Oorzaken modern imperialisme:
1. Blanken voelden zich superieur tegenover andere volkeren. Ze vonden dat ze recht hadden op het innemen van deze gebieden.
2. In de kolonies waren allerlei grondstoffen zoals bijvoorbeeld rubber en hout. Dit hadden ze nodig in de fabrieken die in Europa stonden.
3. Ze konden de kolonies gebruiken als afzetmarkt (plaats om de gemaakte industrieproducten te verkopen)..
4. Het hebben van kolonies gaf veel macht en aanzien.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azië
D
Veel handelen met kolonies
Slide 6 - Quiz
Welke economische motieven waren er voor het modern imperialisme?
A
grondstoffen en afzetmarkten
B
arbeidskrachten en grondstoffen
C
slaven en afzetmarkten
D
grondstoffen en eindprodukten
Slide 7 - Quiz
Kenmerken Modern Imperialisme
A
Periode 1870-1900 in Amerika
B
Periode 1870-1970 in Azië en Afrika
C
Periode 1870-1900 in Azië en Afrika
D
Periode 1870-1900 in Azië en Australië
Slide 8 - Quiz
1: Het modern imperialisme kwam door de industrialisatie in Europa 2: Modern imperialisme en westerse beschaving opleggen gingen samen
A
alleen uitspraak 1 klopt
B
alleen uitspraak 2 klopt
C
geen van de uitspraken kloppen
D
beide uitspraken kloppen
Slide 9 - Quiz
Sleep op de juiste plaats:
Europeanen in de kolonies grondstoffen voor hun industrie.
Europeanen gebruikten hun kolonies als afzetgebied door hun producten te
kochten
verkochten
kopen
verkopen
Slide 10 - Drag question
White man's burden
Europeanen zagen zichzelf als superieur ten opzichte van de rest van de wereld
Charles Darwins evolutietheorie werd misbruikt om racisme goed te praten
White Man's Burden (last van de witte man: plicht van witte mensen om mensen met een andere huidskleur op te voeden
Gebieden werden veroverd om de lokale inwoners te helpen...
Slide 11 - Slide
The White Man’s Burden was een gedicht uit 1899 van de Engelse auteur Rudyard Kipling. Hierin beschreef hij dat het de taak was van de westerlingen om de ‘achterlijke’ volken te onderwijzen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat wordt bedoeld met "The White man's burden"
A
Europa mag heersen over de wereld
B
Europa moet heersen over de wereld
C
Azië mag over zichzelf heersen
D
Europa en Azië heersen samen over de wereld
Slide 14 - Quiz
Conferentie van Berlijn 1878
De Europese landen en de V.S. geven zichzelf en elkaar hier toestemming voor de verdere kolonisering van Afrika en verdelen de de kaart
Het officiële doel is: oorlog voorkomen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Voorbeeld: Congo
Belgische kolonie
Mensen werden behandeld als beesten
Zoveel mogelijk rubber ophalen
Als dit niet lukte: executie of handen afhakken
Afschrikmiddel en om kogels te besparen
waarschijnlijk 10 miljoen Congolezen gedood
Slide 17 - Slide
https:
Slide 18 - Link
Gevolgen in Afrika
Willekeurig getrokken grenzen
Afrika werd opgedeeld onder de Europese landen
Missie en zending: gedwongen bekeringen
Afrika leverde goedkoop grondstoffen en werd gebruikt als afzetmarkt
Bevolking werd heel slecht behandeld (denk aan het vb van Congo)
Slide 19 - Slide
Tijdens de conferentie van Berlijn werd
A
Afrika verdeeld onder West-Europese landen
B
Azië verdeeld onder West-Europese landen
C
Australië verdeeld onder West-Europese landen
D
Zuid-Amerika verdeeld onder West-Europese landen
Slide 20 - Quiz
Waarom wilden Europeanen in de 19e eeuw grote rijken stichten? Noem een oorzaak.
Slide 21 - Open question
Welke van de motieven voor het modern imperialisme komt in deze prent duidelijk tot uiting?
A
Verovering voor afzetmarkten (bijvoorbeeld Cuba)
B
Verovering voor de versteviging van de Amerikaanse macht in de regio
C
Verovering om achterlijke gebieden te beschaven
D
Verovering voor grondstoffen (bijv. Cubaanse tabak)
Slide 22 - Quiz
Welke van de motieven voor het modern imperialisme komt in deze prent duidelijk tot uiting?
A
Verovering voor afzetmarkten (hier China)
B
Verovering voor de machtspositie in de wereld
C
Verovering om achterlijke gebieden te beschaven
D
Verovering voor grondstoffen (bijv. Chinese zijde voor textiel)
Slide 23 - Quiz
0
Slide 24 - Video
Het Nederlandse wereldrijk
In de 19e eeuw breidden de Nederlanders hun gebieden in Indonesië steeds verder uit. Ze noemden de kolonie Nederlands-Indië. Om dit voor elkaar te krijgen voerden ze met het Nederlands Indisch leger oorlog. Bijv. Atjeh.
De Nederlanders werkten samen met Indonesische vorsten. Ze dwongen de Indonesiërs om bijv. suiker en koffie te verbouwen en te leveren of rubber en tabak.
De Nederlanders werden ook de baas in Suriname en de Antillen.
Slide 25 - Slide
Max Havelaar
Bekijk de video vanaf minuut 4 tot minuut 9.30.
Slide 26 - Slide
Wat is de echte naam van de schrijver van het boek Max Havelaar?
A
Eduard Douwes Dekker
B
Eduard Jan Dekker
C
Douwe Egberts Dekker
D
Sander Jan Dekker
Slide 27 - Quiz
Eduard Douwes Dekker schrijft het boek niet onder zijn eigen naam. Waarom niet?
A
Voor zijn imago, elke beroemde schrijver schrijft onder een andere naam.
B
Hij schrijft onder zijn Indonesische naam.
C
Het is gevaarlijk kritiek te hebben op de Nederlandse Regering
D
Zijn naam paste niet op de omslag van het boek .
Slide 28 - Quiz
Indonesiërs worden door de Nederlanders gedwongen om koffie en suiker te verbouwen.De boeren kunnen hierdoor minder rijst verbouwen, het voedsel dat ze zelf eten.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quiz
Kijk de opdr. 2.3 na
Slide 30 - Slide
Aan de slag!
Lees blz. 2.4 blz. 26-27 informatieboek en maak opdr. wb.