spelling H4 en H5 vd en od en bn

26 mei
  • geleerd spelling H4 en H5 (meervoud op -s en bn)
  • gemaakt tot en met spelling H4 (vd en od) tot en met opdracht 4
  • afmaken spelling H4 (vd en od) = huiswerk 31 mei
  •  filmpjes Tjeerd en Jort, Sam, Luca
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

26 mei
  • geleerd spelling H4 en H5 (meervoud op -s en bn)
  • gemaakt tot en met spelling H4 (vd en od) tot en met opdracht 4
  • afmaken spelling H4 (vd en od) = huiswerk 31 mei
  •  filmpjes Tjeerd en Jort, Sam, Luca

Slide 1 - Slide

Als een woord eindigt op een e, schrijf je in het meervoud een s.
timer
0:10
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



huissleutel
timer
0:10
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 3 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



zebra
timer
0:10
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 4 - Quiz

Welk woord heeft in het meervoud geen 's?
timer
0:10
A
menu
B
hobby
C
banaan
D
kassa

Slide 5 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



alinea
timer
0:10
A
meervoud op -'s
B
meervoud op -s

Slide 6 - Quiz

28. Welk woord schrijf je in het meervoud met ’s? ​

timer
0:10
A
auto​
B
beker​
C
meisje

Slide 7 - Quiz

Welke meervoudsregel hoort erbij?



asperge
timer
0:10
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 8 - Quiz

Spelling bijvoeglijk naamwoord. Welk woord is goed?
timer
0:10
A
zilvere
B
zilveren

Slide 9 - Quiz

Spelling bijvoeglijk naamwoord.
Welk woord is goed?
timer
0:10
A
officieele
B
officiele
C
officiële

Slide 10 - Quiz

Spelling bijvoeglijk naamwoord.
Welk woord is goed?
timer
0:10
A
officieele
B
officiele
C
officiële

Slide 11 - Quiz

Spelling bijvoeglijk naamwoord. Welk woord is goed?
timer
0:10
A
zilvere
B
zilveren

Slide 12 - Quiz

Spelling bijvoeglijk naamwoord.
Welk woord is goed?
timer
0:10
A
officieele
B
officiele
C
officiële

Slide 13 - Quiz

Spelling bijvoeglijk naamwoord. Welk woord is goed?
timer
0:10
A
zilvere
B
zilveren

Slide 14 - Quiz

H4 Spelling werkwoorden
  • Voltooide deelwoord = een handeling is afgerond = voltooid 
Dit liedje heeft Marco gezongen.
gezongen = voltooid deelwoord (vd)

  • Onvoltooid deelwoord = handeling aan de gang = onvoltooid
    In de bus rijden kinderen luid zingend naar de Efteling
    zingend = onvoltooid deelwoord (od)

Slide 15 - Slide

Spelling voltooid deelwoord
Hoe?
Luisterproef: 
Luister of je het hoort...
Ik heb een punt verdient/d?

Verlengproef: ik verdiende

Slide 16 - Slide

Maak het VD langer
afgebrand-afgebrande, dus D
verdeeld-verdeelde, dus D
Of zo:
Neem hele werkwoord-EN
Kijk naar laatste letter
verdelen - verdeel
VerdeeL
Staat die in xtc koffieshop of  t (x) kofschip?
Nee
Nee
dan D- verdeeld
Ja 
dan T
bijv Ontsnappen=ontsnapt
Schrijf een voltooid deelwoord foutloos!

Slide 17 - Slide

 
  • Werkwoorden met stam Z
  • Verhuizen
  • Stam          verhuiz
  • Z niet in  t kofschip.
  • Dus            D erachter.
  • Maak ik-vorm: verhuis
  • Zet D erachter.
  •                    verhuisd
 
  • Werkwoorden met stam V
  • Erven
  • Stam              erv
  • V niet in t kofschip
  • Dus                D erachter.
  • Maak ik-vorm: erf
  • Zet D erachter.
  •                        geërfd


Net even anders

Slide 18 - Slide

  • Er gebeurt iets op dit moment.
  • Hele werkwoord                 D erachter.
  • Je kunt het onvoltooid deelwoord ook voor een zelfstandig naamwoord zetten. Soms moet je er dan een E achter zetten.
  • Lopen                   lopend
Onvoltooid deelwoord

Slide 19 - Slide

kahoot!

Slide 20 - Slide

en nu.....
- afmaken spelling H4 (vd en od) = huiswerk 31 mei
- filmpjes Tjeerd en Jort, Sam, Luca

Slide 21 - Slide