Je vriend heeft nog maar kort zijn rijbewijs en neemt je trots mee voor een ritje. Hij rijdt hard: minstens 80 kilometer per uur en dat terwijl jullie door de bebouwde kom rijden. Plotseling steekt er een fietser over en je vriend kan hem niet meer ontwijken en rijdt hem stevig aan. De politie is al snel ter plaatse. Je vriend zegt dat het hem veel narigheid bespaart als je verklaart dat hij niet harder dan 50 kilometer per uur reed.
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat zou jij doen?
Je vriend heeft nog maar kort zijn rijbewijs en neemt je trots mee voor een ritje. Hij rijdt hard: minstens 80 kilometer per uur en dat terwijl jullie door de bebouwde kom rijden. Plotseling steekt er een fietser over en je vriend kan hem niet meer ontwijken en rijdt hem stevig aan. De politie is al snel ter plaatse. Je vriend zegt dat het hem veel narigheid bespaart als je verklaart dat hij niet harder dan 50 kilometer per uur reed.
Slide 1 - Slide
Ethiek =
Nadenken over goed en fout
Slide 2 - Slide
Dilemma
We bekijken de film Dilemma.
Tussendoor beantwoord je drie vragen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
05:35
Drie opties: Niets doen (kind gaat dood), oude man aanrijden, chauffeur opofferen. Wat zou jij doen en waarom?
Slide 5 - Open question
06:10
Ben je van gedachten veranderd? Waarom wel/ waarom niet?
Slide 6 - Open question
07:21
Wat is je uiteindelijke keuze en waarom?
Slide 7 - Open question
Lezen: 1 t/m 3 Daarna: maken 4
Klaar? voeg jezelf toe aan de LessonUp-klas:
M4A: islgg
M4B: fbrse
Maak de vragen zelfstandig.
Slide 8 - Slide
Heb je het begrepen?
Slide 9 - Slide
Waarom is ethiek belangrijk?
A
Het is een religieuze studie
B
Het bepaalt juridische straffen
C
Het is een politieke kwestie
D
Het stelt vragen over goed en fout
Slide 10 - Quiz
Wat kan ethiek helpen begrijpen?
A
De werking van de economie
B
De redenen achter morele keuzes
C
De structuur van de overheid
D
De geschiedenis van wetten
Slide 11 - Quiz
Is het altijd fout om door rood te rijden?
A
Nee, nooit fout
B
Ja, altijd fout
C
Ja, alleen bij een politieauto
D
Nee, in bepaalde situaties niet
Slide 12 - Quiz
Wat is een voorbeeld van plichtenethiek?
A
Regels negeren voor geluk.
B
Telefoon opnemen tijdens het fietsen.
C
Geen telefoon gebruiken op de fiets.
D
Altijd doen wat je wilt.
Slide 13 - Quiz
Wat beoordeelt de gevolgenethiek?
A
De intenties achter je actie.
B
De gevolgen van je actie.
C
De regels die je moet volgen.
D
De mening van anderen.
Slide 14 - Quiz
Wat zegt de plichtethiek over regels?
A
Regels zijn niet belangrijk.
B
Je moet altijd de regels volgen.
C
Regels zijn alleen suggesties.
D
Je mag regels negeren.
Slide 15 - Quiz
Wat moet je doen bij een ethisch dilemma?
A
Altijd voor jezelf kiezen
B
Snel beslissen zonder nadenken
C
Goed nadenken over waarden
D
Geen keuzes maken
Slide 16 - Quiz
Wat is een kenmerk van een ethisch dilemma?
A
Geen waarden betrokken
B
Eenvoudige oplossing
C
Conflict van verplichtingen
D
Altijd één juiste keuze
Slide 17 - Quiz
Wat is een ethisch dilemma?
A
Een makkelijke beslissing
B
Een moeilijke keuze zonder simpele oplossing
C
Een keuze zonder gevolgen
D
Een alledaagse situatie
Slide 18 - Quiz
Wat heeft ethiek met godsdienst te maken?
Slide 19 - Open question
Er volgen een aantal dilemma's. Leg uit wat jij zou doen.
Slide 20 - Slide
Met een tijdmachine reis je door de tijd. Je belandt in het Wenen van 1908, waar je tijdens het ontbijt in je hotel kennismaakt met ene Adolf Hitler, 19 jaar oud en dan nog kunstschilder in opleiding. Later die dag zie je door de kier van zijn openstaande hoteldeur dat hij op bed ligt te slapen. Je zou zo binnen kunnen glippen om hem met een kussen te doden. Zou je het doen? Leg uit waarom!?
Slide 21 - Open question
Je bent psycholoog en een patiënt vertelt jou dat hij een moord gaat plegen. Aan de ene kant mag je dit niet naar buiten brengen: je hebt een beroepsgeheim. Aan de andere kant wil je iemand beschermen. Ga je het beroepsgeheim loslaten? Leg uit waarom!
Slide 22 - Open question
Een klant steelt iets uit de winkel waar je werkzaam bent. Toevallig ken je de dievegge en weet je dat ze het financieel zwaar heeft, waardoor ze moeilijk voor haar kinderen kan zorgen. Geef je haar aan bij de politie? Leg uit waarom!
Slide 23 - Open question
PO Ethiek
Lees de opdracht goed door bij punt 5.
Slide 24 - Slide
Neem de lijst met onderwerpen door bij punt 6. Geef aan welk onderwerp jij graag wilt. AGS maakt definitieve verdeling. Dit onderwerp gebruik je ook bij het betoog voor Nederlands. 1e keus: 2e keus: