wk 20: les 2 (leesvaardigheid)

Vrijdag 20 mei - V1a

  • 10 minuten lezen
  • Begrijpend lezen
  • Aan de slag!

Leesboek uit: dinsdag 7 juni









timer
10:00
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vrijdag 20 mei - V1a

  • 10 minuten lezen
  • Begrijpend lezen
  • Aan de slag!

Leesboek uit: dinsdag 7 juni









timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je...
...geleerd wat kernzinnen zijn.
...geoefend met leesvaardigheid.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je...
...verder met het oefenen met leesvaardigheid.

Slide 3 - Slide

Toetsweek leesvaardigheid Blok 1-5
  • titel
  • alinea's
  • tekstopbouw: inleiding - middenstuk - slot
  • (deel)onderwerp
  • tussenkopjes
  • 5 tekstdoelen + 5 tekstsoorten
  • bronvermelding herkennen
  • citeren
  • kernzinnen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke vragen zou je bij deze tekst kunnen bedenken?

Slide 6 - Slide

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides.

Slide 7 - Slide

Wat is GEEN tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
verkennen

Slide 8 - Quiz

Is 'informeren' een tekstdoel of een tekstsoort?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht?
A
amuseren
B
mening geven
C
informeren

Slide 10 - Quiz

Een recept en een gebruiksaanwijzing zijn voorbeelden van...
A
het tekstdoel 'informeren'
B
het tekstdoel 'amuseren'
C
het tekstdoel 'opiniëren'
D
het tekstdoel 'activeren'

Slide 11 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst.
B
Het onderwerp van een alinea.
C
Aspecten van het onderwerp.

Slide 12 - Quiz

Elke tekst gaat ergens over, hoe noem je dit?
A
alinea
B
tussenkopje
C
onderwerp
D
deelonderwerp

Slide 13 - Quiz

Hoe noemen we verschillende aspecten van het onderwerp?
A
onderwerp
B
deelonderwerpen
C
hoofdgedachte
D
tussenkopjes

Slide 14 - Quiz

Hoofdzaken van een tekst vind je..
A
in de inleiding en de kernzin
B
alleen in kernzin
C
in de inleiding, het slot en de kernzin

Slide 15 - Quiz

Een alinea bestaat uit...
A
Meerdere kernzinnen.
B
Een kernzin, aangevuld met voorbeelden.
C
Een kernzin, aangevuld met toelichting.
D
Een kernzin in het midden van een alinea.

Slide 16 - Quiz

Als er uitleg of een voorbeeld wordt gegeven bij de kernzin, dan heet dit
A
een signaalwoord
B
een bijzaak
C
een deelonderwerp
D
een toelichting

Slide 17 - Quiz

Een kernzin geeft...
A
aan wanneer er een alinea begint
B
de belangrijkste informatie van de alinea
C
een toelichting
D
een voorbeeld

Slide 18 - Quiz

Welke 5 tekstdoelen ken je?

Slide 19 - Open question

Hoe is een tekst opgebouwd? Noem de 3 delen.

Slide 20 - Open question

Hoe is een alinea opgebouwd?

Slide 21 - Open question

Hoe moet je citeren?

Slide 22 - Open question

Geef aan of de zin een feit of een mening is.
Feit
Mening
De film duurde wel 180 minuten!
De film was erg langdradig
Spaghetti is lekker.
Computerspelletjes zijn pas leuk als er geweld in zit.
Sommige moslimmeisjes dragen een hoofddoek.
Het aantal vuurwerkslachtoffers is dit jaar weer gestegen.

Slide 23 - Drag question

Leesvaardigheid

Slide 24 - Slide

Alinea 1: Het duurt nog tot december 2023 voordat de snellere variant van 5G-internet beschikbaar komt voor Nederlandse consumenten. Dat is de boodschap van een adviescommissie. De verwachting is dat minister Adriaansens van Economische Zaken het advies zal overnemen.

Citeer de kernzin van alinea 1.

Slide 25 - Open question

Alinea 1: Het duurt nog tot december 2023 voordat de snellere variant van 5G-internet beschikbaar komt voor Nederlandse consumenten. Dat is de boodschap van een adviescommissie. De verwachting is dat minister Adriaansens van Economische Zaken het advies zal overnemen.


Zijn de overige zinnen van alinea 1 voorbeeld of toelichting?
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 26 - Quiz

Welk tekstdoel heeft deze tekst?
A
Activeren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Amuseren

Slide 27 - Quiz

Op welke manier trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
De aanleiding voor het schrijven wordt genoemd.
B
Het onderwerp wordt aangekondigd.
C
Er worden een of meerdere vragen gesteld.
D
Een anekdote vertellen.

Slide 28 - Quiz

Alinea 3: Vorig jaar ging er een streep door de ambities van de overheid om nog in 2022 dit snellere mobiele netwerk aan te bieden. De rechter gaf satellietdienstverlener Inmarsat gelijk in een zaak tegen de overheid. Inmarsat verleent diensten vanuit het Friese Burum, waar grote witte schotels staan DIE onder meer worden gebruikt voor noodoproepen. Die werken op de 3,5 GHz-band. Bij de uitrol van 5G op die band gaat dat met elkaar botsen, zegt Inmarsat.

Waar verwijst 'die' naar?

Slide 29 - Open question

Wat betekent 'om de tafel' (alinea 4)?

Slide 30 - Open question

Vind je 'Noodzakelijk voor de toekomst' een geschikt tussenkopje?
Waarom wel/niet?

Slide 31 - Open question

Alinea 5: De belofte is dat de 3,5 GHz-band het mobiele internet veel sneller maakt. Iets wat je misschien niet direct nodig hebt op je telefoon - video's streamen lukt ook goed op 4G - maar wat volgens de telecomsector voor de toekomst wel noodzakelijk is.

Citeer de kernzin van alinea 5.

Slide 32 - Open question

Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

Slide 33 - Open question

Wat is het deelonderwerp van alinea 6?

Slide 34 - Open question

Alinea 7: Wanneer de veiling voor 3,5 GHz zal worden gehouden, is nog niet bekend. Waarschijnlijk gebeurt DIT een paar maanden voordat de frequentie daadwerkelijk in gebruik kan worden genomen. De eerste veiling, voor de 700 MHz-frequentie, bracht ruim 1,2 miljard euro op.

Waar verwijst 'dit' naar?

Slide 35 - Open question

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Lezen, 6.5 Blok 6, Herhalingsopdrachten – I
  • Maak vraag 1, 2, 3, 5, 7, 8, 10, 11

Slide 36 - Slide

Einde van deze les

Slide 37 - Slide