Chapitre 6 H aller

Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!

Slide 1 - Slide

Présence

Slide 2 - Slide

le programme
1. parler français & indiquer le chemin
2. les devoirs E
3. H: aller
4. les devoirs




Slide 3 - Slide

SO met woorden + luister + ww
1G op 17 april
1B op .. april
1C op 16 april
1E op 17 april
1F op 18 april
repetitie 22 april 1BCEG
23 april 1F
avoir
être
donner

Slide 4 - Slide

ça va?

Slide 5 - Slide

le dernier cours
wat hebben we de vorige keer gedaan?

...Picasso...

Slide 6 - Slide

demander/indiquer le chemin
où est... 

(montez [montee] = omhoog gaan
descendez [dessandee]= omlaag gaan)

Slide 7 - Slide

lesdoel
Aan het eind van de les .....
heb je het werkwoord 'gaan' geleerd en geoefend


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Le verbe 'aller' 

Het werkwoord gaan is in het Frans aller.

Aller is een onregelmatig werkwoord. 

Neem je schrift en schrijf het werkwoord aller over!

Slide 10 - Slide

ALLER - GAAN
Wat betekent Aller?

Slide 11 - Slide

Apprendre
Aller

timer
10:00

Slide 12 - Slide

toekomst (gaat nog gebeuren)
ik ga praten


wij gaan eten

Slide 13 - Slide

toekomst (futur proche)
ik ga spelen: je vais jouer
hij gaat eten: il va manger
wij gaan praten: nous allons parler
GOEDE VORM VAN ALLER + EEN HEEL WERKWOORD

Slide 14 - Slide

mon prof de français

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

aller 
klas 1BC maken: H page 77:30de, 31abcd, 32
klas 1EF maken: 29de, 30abc(d), 31, 32
klas 1G maken: H page 75 30d, 31abcdef(g), 32, 33

zinsvolgorde: onderwerp-werkwoorden-lijdend voorwerp!

Slide 17 - Slide

jeu du pendu 

Slide 18 - Slide

kwizl.eu
testje aller

Slide 19 - Slide

les devoirs
leren: woordjes ABE
chapitre 6
opdrachten H


Slide 20 - Slide

Au revoir!

Slide 21 - Slide

aller




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 22 - Drag question