Hoofdstuk 2 Marktonderzoek

1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat bevat een enquête?
A
Een vrije discussie met deelnemers.
B
Gestructureerde vragenlijst voor respondenten.

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een laboratoriumexperiment?
A
Een enquête onder consumenten.
B
Een gecontroleerde test in een lab.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Welke functie helpt bij planning?
A
Creatieve functie
B
Bewakingsfunctie
C
Communicatieve functie
D
Informatieve functie

Slide 7 - Quiz

Wat is de bewakingsfunctie?
A
Informatie voor communicatie
B
Informatie voor planning
C
Informatie voor creativiteit
D
Informatie voor controle en evaluatie

Slide 8 - Quiz

Wat doet de creatieve functie?
A
Evalueert resultaten
B
Brengt nieuwe ideeën
C
Verzamelt planningsgegevens
D
Geeft controle-informatie

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat wordt NIET gedaan in verkennend onderzoek?
A
Onderzoek beter plannen
B
Probleemstelling helder krijgen
C
Oorzaken van ontwikkelingen opsporen

Slide 12 - Quiz

Wat is een belangrijk aspect van verklarend onderzoek?
A
Probleemstelling helder krijgen
B
Oorzaak van een ontwikkeling opsporen
C
Trends beschrijven

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is de centrale vraag bij kwalitatief onderzoek?
A
Wat zijn de cijfers?
B
Waarom vragen?
C
Wat is de gemiddelde mening?
D
Hoeveel respondenten?

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van kwantitatief onderzoek?
A
Observaties
B
Steekproefonderzoek
C
Focusgroepen
D
Diepte-interviews

Slide 16 - Quiz

Wat is een doel van kwalitatief onderzoek?
A
Grootste steekproef onderzoeken
B
Omvang van verschijnselen meten
C
Statistische analyse uitvoeren
D
Meningen, gedrag en trends begrijpen

Slide 17 - Quiz

Wat is de nadruk bij kwantitatief onderzoek?
A
Opinies en smaken
B
Beschrijvende en verklarende functies
C
Waarom vragen
D
Creatieve functie

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Wat is een half gestructureerd interview?
A
Een focusgroep met anonieme deelnemers
B
Deel van de vragen ligt vast
C
Een open discussie met experts
D
Een volledig gestructureerd interview

Slide 20 - Quiz

Wat is het doel van observatie?
A
Focusgroepen organiseren
B
Diepte-interviews afnemen
C
Informatie verzamelen via kijken en luisteren
D
Vragen stellen aan experts

Slide 21 - Quiz

Wat houdt de Delphi-methode in?
A
Een analyse van bloginhoud
B
Een focusgroep met vaste deelnemers
C
Expertonderzoek in meerdere rondes
D
Een observatiemethode voor kwantitatief onderzoek

Slide 22 - Quiz

Wat is een diepte-interview?
A
Een observatiemethode voor experts
B
Een ongestructureerd open interview
C
Een discussie in een focusgroep
D
Een interview met vaste vragen

Slide 23 - Quiz

Wat is een focusgroep?
A
Een discussiegroep die regelmatig samenkomt
B
Een bloganalyse voor massacommunicatie
C
Een observatiemethode voor kwantitatief onderzoek
D
Een soort enquête met gesloten vragen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Welk type onderzoek gebruikt gestructureerde vragen?
A
Enquête
B
Observatie

Slide 26 - Quiz

Wat is een kenmerk van een kwantitatief panel?
A
Het is groot genoeg
B
Het is altijd subjectief

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Wat kan een probleem zijn bij CAWI?
A
Het is altijd duur.
B
Het is snel.
C
Non-respons.
D
Het is schriftelijk.

Slide 29 - Quiz

Wat is een nadeel van face-to-face onderzoek?
A
Het is snel.
B
Het is duur.
C
Het is goedkoop.
D
Het is anoniem.

Slide 30 - Quiz