Circulatiestelsel

Circulatiestelsel deel 1: Het hart en de bloedsomloop 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Circulatiestelsel deel 1: Het hart en de bloedsomloop 

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
11.45-12.45 uur Het hart en de bloedsomloop
12.45-13.30 Pauze
13.30 -14.30 Werken aan opdracht en Checking 
14.30-15.00 terugkoppeling opdracht
15.00-16.00 uur Zicht op zorg Basiszorg: Slapen en waken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van dit eerste uur:
Ben je in staat de kenmerken en functie van het hart te benoemen
Kun je de 3 types bloedvaten benoemen
Kun je het verloop van de grote en kleine bloedomloop vertellen

Slide 3 - Slide

Wat weet je over het hart?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hartcyclus
Wat zien we gebeuren?
  1. Samentrekken boezems
  2. Samentrekken kamers
  3. Hart ontspant (hartpauze)

Slide 7 - Slide

Wat is de medische term voor hartzakje?
A
Endocard
B
Myocard
C
Pericard
D
Epicard

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van de hartkleppen?
A
scheiden van O2 arm en O2 rijk bloed
B
het maken van de hartslag
C
voorkomen van terugstromen van bloed
D
hebben geen functie

Slide 9 - Quiz

Waar stroomt bloed het hart in?
A
rechter en linker kamer
B
rechter en linker boezem
C
bij de aorta
D
bij de hartkleppen

Slide 10 - Quiz

Wat is de gemiddelde hartslag van een volwassene?
A
60
B
70
C
80
D
90

Slide 11 - Quiz

3 soorten bloedvaten
Slagaders:
Transport bloed van hart af.
Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.
Aders:
Transport bloed naar hart toe.

Slide 12 - Slide

Wij hebben een dubbele bloedsomloop: het bloed gaat per omloop 2x door het hart

Kleine bloedsomloop
Grote bloedomloop

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zuurstof opnemen in het bloed en CO2 afgeven aan de lucht is een functie van:
1
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop
C
Het hart
D
De grote- en de kleine bloedsomloop

Slide 15 - Quiz

Via de armslagaders komt er bloed in je armen en handen.
Bij welke bloedsomloop horen de armslagaders?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Grote en kleine bloedsomloop

Slide 16 - Quiz

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 17 - Quiz

Welke slagader vervoert zuurstofarm bloed?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Longader
D
Halsslagader

Slide 18 - Quiz

Hoe heet het bloedvat vanaf de longen naar het hart?
A
aorta
B
longslagader
C
longader
D
holle ader

Slide 19 - Quiz

Welke aandoeningen van hart en bloedvaten ken je?

Slide 20 - Mind map

Opdracht
Kies 1 of meerdere aandoening en werk deze uit zodat je aan je medestudenten kan vertellen wat de aandoening inhoud, medische benamingen, behandeling en eventuele leefregels.

Hoe? Geen restricties!

Slide 21 - Slide