H8.2 - Wat is een ontwikkelingsland?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Paragraaf 8.2 

Wat is een ontwikkelingsland?

Je leert in deze paragraaf:

• Welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
• Waarom de waarde van de productie in een ontwikkelingsland vaak laag is
• Wat de oorzaken van onderontwikkeling zijn
• wat ruilvoet is en wanneer die verbetert of verslechtert 
  

Ontwikkelingslanden

Kenmerken

• Laag inkomen per hoofd van de bevolking
• Ongelijke inkomensverdeling
• Economisch erg afhankelijk van 1 sector (vaak agrarische)
• Veel werkloosheid
• Ondervoeding
• Snelle bevolkingsgroei
• Analfabetisme

Ontwikkelingslanden

Inkomen per hoofd van bevolking

Ontwikkelingslanden hebben een laag inkomen per hoofd van de bevolking

Inkomen per hoofd van de bevolking = nationaal inkomen : aantal inwoners.

Ontwikkelingslanden

monocultuur

• Ontwikkelingslanden zijn vaak afhankelijk van maar één of enkele landbouwproducten.
• Koffiebonen zijn minder waard dan koffie die klaar is voor consumptie. --> lage toegevoegde waarde --> lage exportinkomsten

Oorzaken onderontwikkeling

• Een gebrek aan goed onderwijs.
  
• Slechte infrastructuur.
  
• De protectiemaatregelen die rijke westerse landen nemen.
  
• De conflicten tussen bevolkingsgroepen in sommige ontwikkelingslanden
  
• Het feit dat sommige ontwikkelingslanden een corrupte regering hebben.
• Natuurrampen

Ruilvoet

Verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten

 

Bij ontwikkelingslanden is ruilvoet vaak slecht --> exportproduct goedkoop, import product duur.

Westers (rijk) land

Ontwikkelings-

land

Veel werk in

dienstensector

Grote inkomens-ongelijkheid

Goede infrastructuur

Zeer snelle bevolkingsgroei

Met name grondstoffen

Analfabetisme

Juist of onjuist?
In ontwikkelingslanden zijn de inkomens zeer ongelijk verdeeld.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?
Grondstoffen leveren meer op dan eindproducten.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is GÉÉN kenmerk van ontwikkelingslanden?

1. Snelle bevolkingsgroei
2. Monocultuur
3. Veel werkloosheid
4. Alfabetisme

Waarom is een monocultuur nadelig voor een land?

1. De toegevoegde waarde van grondstoffen is laag
2. De prijs hangt af van de wereldmarktprijs
3. Als de oogst mislukt, dalen de exportinkomsten sterk
4. De wereldwijde vraag kan instorten

Wat is de ruilvoet?

1. een verslechtering of verbetering van de handel
2. de verhouding tussen de export- en de importprijs
3. een toename of afname van de buffervoorraad
4. de verhouding tussen landbouw en industrie

Als een land meer moet exporteren voor dezelfde import, dan
is de ruilvoet ..................

1. verslechterd
2. verbeterd
3. niet veranderd

Hoe werken buffervoorraden?

1. Door het aanbod te beïnvloeden
2. Door de vraag te beïnvloeden
3. Door het aanbod én de vraag te beïnvloeden

Wat is juist?

1. Buffervoorraden aanleggen vergroten het aanbod
2. Buffervoorraden aanleggen verkleinen het aanbod
3. Buffervoorraden aanleggen vergroten de vraag
4. Buffervoorraden aanleggen verkleinen de vraag

Paragraaf 8.2

Maken opgave 2 t/m 10

Blz. 238 t/m 241