Schrijfdoel: het doel wat je wilt bereiken als schrijver.
Informerende tekst: De lezer iets vertellen over een bepaald onderwerp.
Overtuigende tekst: De lezer overtuigen door jouw argumenten.
Doelgroep: de groep mensen voor wie jij de tekst schrijft.
Formeel taalgebruik: Schrijven voor mensen die jij niet kent. Netjes schrijven en met 'u' aanspreken.
Informeel taalgebruik: Schrijven voor mensen die je kent zoals vrienden, familie en kennissen. Je spreekt de lezer aan met 'je'.