21.3. Examenvorbereitung

Sei du selbst,
alle anderen 
gibt es schon.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Sei du selbst,
alle anderen 
gibt es schon.

Slide 1 - Slide

Programm Dienstag 21.3.
Planung
Aufbau Cito Texte

Slide 2 - Slide

Wortschatz
Examenidioom
Signalwörter
Meist gebrauchte Wörter

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden

->  Geven zin een richting


Slide 4 - Slide

Aufbau von Cito Texten

Slide 5 - Slide

1. Introductie Onderwerp
Titel
Afbeelding
Intro
Eerste Vraag
-> Grote Lijn !!!!

Slide 6 - Slide

Eerste Vraag
Wat is het onderwerp?
Is er nuttige info in de vraag?

Vraag heel goed lezen!!!

Slide 7 - Slide

Argumenten
Voor - tegen

Tegen -> Grote Lijn -> aber -> tegenargument 
-> trotzdem - >
=> Let op woorden van tegenstelling!!!

Slide 8 - Slide

Experts
  • Niet info over, maar wat zeggen ze
  • Let op namen:  schrijver of expert?
  • Wat staat tussen " "   <-  daar kijken     
 
daarna  (Konjunktiv?) = Expert gaat verder

Slide 9 - Slide

Konjunktiv 1  -  Indirekte Rede


gehen


haben


sein
ich
geh -e
hab- e
sei
du
geh  -  est
hab - est
seist
er/sie/es
geh  - e
habe
sei
wir
geh  - en
hab - en
seien
ihr
geh  - et
hab - et 
seiet
sie/Sie
geh - en
hab - en 
seien

Slide 10 - Slide

Voorbeelden
-> Helpen met begrijpen!
Kenmerken: namen, plaatsen, getallen, tijden
Signaalwoorden:  etwa/so
In vraag: illustrieren, Konkretisierung,                                         Erläuterung, es zeigt

Slide 11 - Slide

Voorbeelden
Open vraag met konkret ->  voorbeeld zoeken

Antwoord moet in grote lijn passen!

Slide 12 - Slide

Signaalwoorden
->  Geven zin een richting

Antwoord vaak bij signaalwoorden.  

-> niet vertalen maar signaalwoorden zoeken!

Slide 13 - Slide

Texte lesen
  1. Titel, plaatje
  2. Vraag goed lezen   (nuttige info, soort vraag)
  3. Alinea lezen
  4. Signaalwoorden (en tekens  :  ?   " ) markeren

Slide 14 - Slide

Texte lesen
Texte 1 

Slide 15 - Slide

Selbständig
Examenbündel
Signalwörter

Slide 16 - Slide

Basisstappenplan ABC vragen
1. Grote lijn  -> Titel, plaatje, intro, eerste vraag
2. Lees de vraag, markeer alinea in tekst
     Is er nuttige info in de vraag?  (inhoud tekst, waar op letten)
3. Lees alinea, streep signaalwoorden en :  aan
4. Pindakaasantwoorden eruit
5. Kloppen alle elementen? Past het in de grote lijn?

Slide 17 - Slide

Gatenvragen
1. Signaalwoorden      -> kijken naar verband tussen zinnen!
2. Andere woorden     Lesen tot gat + 1 zin daarna
                                              Check signaalwoorden rond gat
                                              moet het woorde positief of negatief zijn?
                                              grote lijn

Slide 18 - Slide

Beweringenvraag
Kunnen alle goed of fout zijn!
1. Stap    Bewering lesen
2. Stap   Per bewering 1 zoekterm aanstrepen  b.v. Namen, 
                 platsen, cijfers, internationale woorden
3. Stap   Zoekthermen in tekst zoeken
4. Stap   Letten op signaalwoorden, grote lijn

Slide 19 - Slide

Voorbelden
Helpen tekst te begrijpen!

Kenmerken: Namen, plaatsen, getallen, data

Signaalwoord vaak: etwa, so
In vraag: Kronkretisieren, erläutern, es zeigt

Slide 20 - Slide

Experts
Niet belangrijk:  opleiding etc.
Wel:   Wat zeggen ze?

Let op aanhalingsteken  "

Slide 21 - Slide

Eigen woordenboek meenemen!!!

Slide 22 - Slide

da
da = dort
maar ook
da = omdat                 Da er kein Benzin mehr hat, fährt das Auto                                               nicht.

Slide 23 - Slide