5V Beco FinVer H2,3 combi

2.14.2
A
5.500
B
8.500
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.14.2
A
5.500
B
8.500

Slide 1 - Quiz

2.15
Het Geplaatst AK wordt ...
A
1.000.000
B
1.085.000
C
1.100.000
D
1.200.000

Slide 2 - Quiz

2.17
In het jaar met de hoge winst, krijgen de preferente aandeelhouders ...(1). In het jaar met de lage winst krijgen zij ...(2)
A
1> 50.000 2> 50.000
B
1> 50.000 2> 10.000
C
1> 110.000 2> 50.000
D
1> 110.000 2> 10.000

Slide 3 - Quiz

2.17
In het jaar met de hoge winst, krijgen de gewone aandeelhouders ...(1). In het jaar met de lage winst krijgen zij ...(2)
A
1> 50.000 2> 50.000
B
1> 50.000 2> 10.000
C
1> 110.000 2> 50.000
D
1> 110.000 2> 10.000

Slide 4 - Quiz

2.18
Het dividend op de overwinst bedraagt:
5% / 50% x 26.250 / 50.000 : 500 / 750
A
5% x 50.000 / 500
B
50% x 26.250 / 500
C
50% x 26.250 / 750
D
50% x 50.000 / 750

Slide 5 - Quiz

5V Beco FinVer H2,3 combi

Slide 6 - Slide

- Prioriteitsaandelen ( preferente aandelen )
extra stemrechten, hoger dividend%
- Uitgeven van certificaten van aandelen aan nieuwe aandeelhouders
wel dividend, geen stemrecht
- 51% in eigen bezit houden

Slide 7 - Slide

Preferente aandelen

Preferentie kan betrekking hebben op:
- uitkering van dividend
- uitkering bij liquidatie
- zeggenschap

Slide 8 - Slide

Agioreserve
Algemene reserve
Herwaarderingsreserve
Winstreserve
dividendstabilisatie
emissiekoers > nomin.wrd
vervangen VV door EV
waardestijging vaste activa

Slide 9 - Drag question

Reserves
De Agioreserve, de Herwaarderingsreserve en de Reserve geactiveerde kosten zijn wettelijke reserves

De overige reserves zijn vrijwillige reserves
( ze kunnen eventueel wel in de statuten van de onderneming zijn vastgelegd, dan zijn het statutaire reserves )

Slide 10 - Slide

Gebouw                                             350.000         
Afschrijving gebouw                       75.000
Boekwaarde gebouw                                                    275.000

Let op: alleen boekwaarde telt mee in balanstotaal

Slide 11 - Slide

Herwaardering
Waardering vaste activa tegen:
* verkrijgingsprijs - afschrijvingen
* actuele waarde

Mutatie na herwaardering, bijv.:
Gebouw + 10.000                              Herwaarderingsreserve + 10.000

Slide 12 - Slide

1/1/2010 A = 720.000, R = 80.000, n = 40 jaar
1/1/2016 taxateur: huidige waarde gebouw = 660.000
Mutatie herwaarderingsreserve? ( format 10.000 )

Slide 13 - Open question

Opdracht
( A - R ) / n = ( 720.000 - 80.000 ) / 40 = 16.000

Boekwaarde = 720.000 - 6 x 16.000 = 624.000

Herwaarderingsreserve = 660.000 - 624.000 = + 36.000

Slide 14 - Slide

1/1/2010 A = 320.000, R = 20.000, n = 40 jaar
31/12/2014 taxateur: nieuwwaarde gebouw = 340.000
Mutatie herwaarderingsreserve? ( format 10.000 )

Slide 15 - Open question

Opdracht
( A - R ) / n = ( 320.000 - 20.000 ) / 40 = 7.500
Boekwaarde = 320.000 - 5 x 7.500 = 282.500

( A - R ) / n = ( 340.000 - 20.000 ) / 40 = 8.000
Boekwaarde = 340.000 - 5 x 8.000 = 300.000

Herwaarderingsreserve = 300.000 - 282.500 = + 17.500

Slide 16 - Slide

Het interestpercentage op een hypothecaire lening is ...
A
lager
B
hoger

Slide 17 - Quiz

Het risico voor de geldverstrekker bij een achtergestelde lening is ...
A
kleiner
B
groter

Slide 18 - Quiz

Het rekening courant krediet staat op de balans aan de ...
A
linkerkant
B
rechterkant

Slide 19 - Quiz

Als je schoenen koopt bij Zalando ...(1) je ...(2)
A
1> geef 2> afnemerskrediet
B
1> geef 2> leverancierskrediet
C
1> ontvang 2> afnemerskrediet
D
1> ontvang 2> leverancierskrediet

Slide 20 - Quiz

Bij koop op afbetaling betaal je ... rente
A
geen
B
wel

Slide 21 - Quiz

Voorzieningen zijn onderdeel van het ...
A
Eigen Vermogen
B
Vreemd Vermogen

Slide 22 - Quiz

Leasen komt vaker voor bij een ... liquiditeitspositie
A
zwakkere
B
sterkere

Slide 23 - Quiz

Toekomstige leaseverplichtingen staan ... op de balans
A
debet
B
credit

Slide 24 - Quiz

De te betalen leasetermijn bij operational lease is ... dan bij financial lease
A
lager
B
hoger

Slide 25 - Quiz

Hw.
Opgave 3.1, 3.2 en 3.3

Slide 26 - Slide