hoofdstuk 16

hoofdstuk 16
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

hoofdstuk 16

Slide 1 - Slide

Vragen?
Hoofdstuk 13 t/m 15? 

Slide 2 - Slide

Domein D
Aandelen kapitaal
Emissie van aandelen
Reserves
Intrinsieke waarde
winstverdeling en dividend

Slide 3 - Slide

VERBAND EIGEN VERMOGEN - AANDELENKAPITAAL
Het aandelenkapitaal is een deel van de passiva van een onderneming. 

Het aandelenkapitaal is onderdeel van het eigen vermogen. Het is het vermogen dat is verkregen door de uitgifte van aandelen. De aandelen op de balans staan altijd genoteerd tegen de nominale waarde van de aandelen.

Slide 4 - Slide

Nominale waarde aandeel

= bedrag dat op aandeel staat
Koerswaarde aandeel

= bedrag dat je voor het aandeel moet betalen als je het wilt kopen. 

Slide 5 - Slide

Emissie van aandelen
Stel de aandelen hebben een nominale waarde  van bijvoorbeeld €10. Je kunt de aandelen verkopen:

A pari --> Gelijk aan de nominale waarde dus voor €10
Boven pari --> boven de nominale waarde bijv. €15  --> er ontstaat agio
Beneden pari --> Onder de nominale waarde bijv. voor €8 


Slide 6 - Slide

Op de balans: Aandelenkapitaal
Maatschappelijk aandelen kapitaal                   €1.000.000
Aandelen in portefeuille                         -               €  400.000
Geplaatst aandelenkapitaal                                  €   600.000



Aandelen in portefeuille zijn de niet uitgegeven aandelen. 
Deze zien we terug op de balans

Slide 7 - Slide

2 manieren om als aandeelhouder rendement op een aandeel te behalen:

- Dividend: aandeelhouders ontvangen een deel van de behaalde winst
- Koerswinst / -verlies: de beurskoers van het aandeel kan na de aanschaf stijgen of dalen

Slide 8 - Slide

Tantiemes:


- bonussen
- vaak voor directie / RvC, soms voor alle personeel
- ter oplossing principaal-agent-dilemma

Slide 9 - Slide

Preferente aandelen? Voorrang!
  1. Winstuitkering ("6% preferent aandelenkapitaal" (balans))
  2. Zeggenschap (prioriteitsaandelen genoemd; op naam; vaak oprichters)
  3. Uitkering bij liquidatie

Slide 10 - Slide

Voor- en nadelen gewone en preferente aandelen voor de onderneming
Voordelen bij gewone aandelen
  • Opbrengst is hoger dan bij preferente aandelen. 
  • Aandeelhouders bemoeien zich meestal niet met beleid. 
Nadelen preferente aandelen
  • Moeilijk om nog gewoon aandelenkapitaal aan te trekken.
  • Preferentie wordt meegenomen in de onderhandelingen. 

Slide 11 - Slide

Het uitgeven van aandelen
Bekend maken dat je nieuwe aandelen gaat uitgeven.  
In de Prospectus staat:
  • Het doel van de emissie
  • een overzicht van de resultaten van afgelopen jaren
  • winstverdeling
  • de verwachte emissiekoers
  • de plaatsings- en betaaldatum

Slide 12 - Slide

Emissiekoers
  1. A pari: Emissiekoers = nominale waarde
  2. Boven pari: Emissiekoers > nominale waarde
  3. Beneden pari: Emissiekoers < nominale waarde*

* Alleen als 1 en 2 niet kunnen en er dringend EV nodig is.

Slide 13 - Slide

Emitteren boven pari
Ontstaat een AGIO, dit is het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde

Aandelen worden verkocht voor € 20 p/st en hebben een nominale waarde van € 15 p/st. 

AGIO: € 5 p/st > komt op de balans onder agioreserve

Slide 14 - Slide

Reserves
  • winstreserves > winst wat niet wordt uitgekeerd
  • agioreserve > aandelen boven pari verkocht
  • wettelijke reserves
     - herwaarderingsreserve > vaste activa worden tegen actuele waarde op balans waarderen

Slide 15 - Slide

Waarom reserves aanhouden?
- Iets achter de hand houden voor slechte tijden.
- VV omruilen voor EV --> daling interestkosten.
- Dividendstabilisatie. > in geval van lagere winst een reserve hebben om dividend op peil te houden
- Uitbreiding in de toekomst.
          - interne financiering: financieren met ingehouden winsten
           - externe financiering: financieren met nieuw vermogen. 

Slide 16 - Slide

Reserves verdwijnen en/of worden minder door:
  • geleden verliezen worden afgeboekt van winstreserve;
  • Na een waardedaling VA neemt herwaarderingsreserve af;
  • Reserve wordt gebruikt voor het doel waarvoor die gecreëerd is;

Slide 17 - Slide

Intrinsieke waarde
Intrinsieke waarde = eigen vermogen of bezittingen - vv

Dus inclusief reserves.

Intrinsieke waarde per aandeel =
intrinsieke waarde / aantal geplaatste aandelen

Slide 18 - Slide

Koersvorming
Gegeven
  • Intrinsieke waarde
  • Toekomstverwachtingen
  • Speculanten kunnen de koers beïnvloeden.
--> vraag en aanbod bepalen de koers. 

Slide 19 - Slide

Dividend
Brutodividend = dividendpercentage x nominale waarde
                     = dividendpercentage x geplaatst AK

Nettodividend = Brutodividend - Dividendbelasting
( dividendbelasting = 15% )
Dividendbelasting uit te keren aan belastingdienst
Nettodividend uit te keren aan aandeelhouders 

Slide 20 - Slide

Dividend
  • Het deel van de winst wat wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. 
  • Meestal aangegeven als dividendpercentage 
  • Het uit te keren dividend bereken je dan als volgt:
  • Dividendbedrag = dividendpercentage x geplaatst aandelenkapitaal

  • Hoe bereken je het dividend per aandeel? 
  • Bereken het aantal geplaatste aandelen
    Aantal geplaatste aandelen = gepl. aandelenkap. / nom. waarde per aandeel  

  • Dividend per aandeel = dividendbedrag/ aantal geplaatste aandelen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Samen maken
E16.3

Slide 24 - Slide

In de les maken
z16.1 t/m e16.2

Slide 25 - Slide