This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leesvaardigheid
Leesmanieren en tekstsoorten
Slide 1 - Slide
Lesplanning
1. Doelen bespreken
2. Uitleg leesmanieren
3. Opdracht leesmanieren
4. Filmpje tekstsoorten
5. Opdracht tekstsoorten
Slide 2 - Slide
Leesmanieren
1) Oriënterend / verkennend lezen
2) Globaal lezen
3) Precies lezen / intensief lezen
4) Zoekend lezen
5) Kritisch lezen
6) Ontspannend lezen
Slide 3 - Slide
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesmanier pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Studerend lezen
Slide 4 - Drag question
Wat is kritisch lezen?
A
Bij kritisch lezen geef je kritiek op de tekst
B
Bij kritisch lezen, lees je alleen de bron
C
Bij kritisch lezen wil je de hele tekst begrijpen
D
Bij kritisch lezen bekijk je of de tekst betrouwbaar is
Slide 5 - Quiz
Oriënterend/verkennend lezen
Doel:
Onderwerp bepalen
Bepalen of de tekst interessant is
Aanpak:
Bekijk de titel, tussenkopjes, afbeeldingen, bron, anders gedrukte woorden
Lees de inleiding
Slide 6 - Slide
Zoekend lezen
Doel:
Informatie opzoeken in een tekst.
Het antwoord op een vraag zoeken
Aanpak:
Kijk naar de tussenkopjes en anders gedrukte woorden. Let ook opvallende tekens.
Als je weer waar de info staat, ga je precies lezen.
Slide 7 - Slide
Intensief/grondig lezen
Doel:
Je wil de tekst helemaal begrijpen.
Hoofdzaken van de tekst vinden
Aanpak:
Lees tekst helemaal.
Let op signaalwoorden.
Zoek onbekende woorden op.
Stel jezelf vragen tijdens het lezen.
Hoofdgedachte bepalen.
Slide 8 - Slide
Kritisch lezen
Doel:
Betrouwbaarheid van de tekst beoordelen.
Aanpak:
Is de bron actueel?
Is de schrijver deskundig en objectief?
Kloppen de feiten?
Slide 9 - Slide
Opdracht
Kies een leesmanier waar je aan wil werken.
Oefen in StudyFlow met je gekozen leesmanier in L8.
Na maximaal 10 minuten ga je in tweetallen nabespreken; leg aan elkaar uit wat de leesmanier inhoudt en wat je hebt geleerd.
Tot slot vraag ik een aantal tweetallen wat je hebt besproken.