4.2 Reactiesnelheid - 3H


Reactiesnelheid  
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Reactiesnelheid  

Slide 1 - Slide

Planning
  • Wat was het deeltjesmodel ook alweer?
  • Uitleg §4.2
  • Opdrachten maken 



Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de reactiesnelheid van een chemische reactie inhoudt.
  • Je kunt met het botsende deeltjesmodel uitleggen welke invloed de factoren temperatuur, concentratie en verdelingsgraad op de reactiesnelheid hebben.
  • Je kunt uitleggen hoe een katalysator de reactiesnelheid beïnvloedt.

Slide 3 - Slide

Deeltjesmodel
  • iedere stof is uit hele kleine deeltjes opgebouwd, meestal moleculen
  • iedere stof heeft zijn eigen molecuulsoort
  • moleculen bewegen voortdurend
  • moleculen trekken elkaar aan 

Slide 4 - Slide

Bij een endotherme reactie wordt de temperatuur voor en na de reactie gemeten. Voor de reactie is de temperatuur 20°C, wat is de temperatuur na de reactie?
A
Dat is afhankelijk van de soort stof
B
20°C
C
Hoger dan 20°C
D
Lager dan 20°C

Slide 5 - Quiz

Maak de volgende zin af: Bij de verbanding van hout…
A
komt warmte vrij, dus het is een exotherme reactie.
B
wordt warmte ontrokken, dus het is een endotherme reactie.
C
wordt warmte ontrokken, dus het is een exotherme reactie.
D
komt warmte vrij, dus het is een endotherme reactie.

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de energie die opgeslagen zit in vrijwel alle chemische stoffen?
A
Reactie energie
B
Onzichtbare energie
C
Nucleaire energie
D
Chemische energie

Slide 7 - Quiz

Effectieve botsing
Voor een reactie is een effectieve botsing nodig. Als moleculen van de beginstoffen met voldoende snelheid en op de juiste plek tegen elkaar botsen vindt er een chemische reactie plaats. 

Slide 8 - Slide

Aantekening
Hoe meer effectieve botsingen er per seconde plaatsvinden, hoe meer moleculen van de beginstoffen er per seconde worden omgezet, waardoor de reactiesnelheid toeneemt.
-----------------------------------------------------------------------
Als moleculen niet effectief botsen (verkeerde plek raken of te weinig snelheid), dan vindt geen chemische reactie plaats.

Slide 9 - Slide

Snelheid verhogen
Snelheid van een reactie verhogen:
  • Temperatuur verhogen
  • Concentratie vergroten
  • Verdelingsgraad verhogen
  • Katalysator toevoegen

Slide 10 - Slide

Temperatuur verhogen
Temperatuur verhogen > deeltjes bewegen sneller > deeltjes botsen vaker tegen elkaar aan.



Fietsers: stel ze fietsen samen op het plein. Als ze harder fietsen, grotere kans tegen elkaar aan te botsen. 

Slide 11 - Slide

Concentratie vergroten
Meer deeltjes in hetzelfde volume > grotere kans dat deeltjes tegen elkaar aan botsen.



Fietsers: zelfde schoolplein: meer fietsers op het plein > grotere kans op botsen. 

Slide 12 - Slide

Verdelingsgraad vergroten
Verdelingsgraad = hoe fijn is een stof verdeeld.

Fietsers: als alle fietsers
in het peloton fietsen, 
kunnen de middelste 
fietsers nooit botsen, 
alleen de buitenste. 

Slide 13 - Slide

Verdelingsgraad vergroten

Slide 14 - Slide

Katalysator
 Een katalysator is een hulpstof waardoor de reactie sneller kan verlopen.  Deze is specifiek voor een bepaalde reactie. 
Katalysator doet wel mee aan de reactie, maar raakt niet op. Het wordt wel gebruikt, maar niet verbruikt 
Kan niet worden verklaard met het botsende deeltjesmodel. 
Fietsers: alle fietsers worden vast opgesteld zodat ze kunnen botsen. 

Slide 15 - Slide

Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.

Slide 16 - Quiz

Welk van de methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan niet worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad
B
Concentratie
C
Temperatuur
D
Katalysator

Slide 17 - Quiz

De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur

Slide 18 - Quiz

Wat is de invloed van de concentratie azijnzuur op de hoeveelheid gasbelletjes?
A
een hogere concentratie azijnzuur --> minder belletjes
B
een hogere concentratie azijnzuur --> meer belletjes
C
concentraties azijnzuur -> geen invloed op de hoeveelheid belletjes

Slide 19 - Quiz

Wat is maar op een specifieke reactie van toepassing
A
een katalysator
B
de verdelingsgraad
C
de temperatuur
D
de concentratie

Slide 20 - Quiz

De reactiesnelheid is lager bij
A
Fijne verdelingsgraad
B
Minder fijne verdelingsgraad
C
Verdelingsgraad is niet van invloed

Slide 21 - Quiz

Aan de slag
  • Wat was het deeltjesmodel ook alweer?
  • Uitleg §4.2
  • Opdrachten paragraaf 4.2 afmaken (1 t/m 6 en 10)

Slide 22 - Slide