KLAS 1 Periode 3 les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

BONJOUR! 

wat heb je nodig?

1.  ton cahier periode 3

(peppels)

2. un stylo

3. une feuille de papier

4. ton portable

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

1. les verbes 

2. les exercises page 8

(3,4,5)

3. lire page 10

Wat weten jullie nog van de regelmatige werkwoorden?

Regelmatige werkwoorden in het Frans heten

1. les verbes réguliers
2. les verbes irréguliers
3. les verbes difficiles
4. les verbes importants

Wat is goed:
parler - je ........

1. parl
2. parles
3. parler
4. parle

Wat is goed:
travailler - la classe ............

1. travail
2. travaille
3. travailles
4. travailler

Hoe zeg je:
ik woon

1. j'habite
2. je habite
3. je habiter
4. j'habites

Danser
il ..............

regarder
tout le monde ..............

aimer
tu ............

Welke werkwoorden op ..........er
kennen jullie nog meer?

Ik begrijp de regelmatige werkwoorden:

fantastique

bien

comme ci, comme ça

mal

schrijf de antwoorden in je schrift of op je blaadje

Opdracht 3: Vervoeg het werkwoord:

1. Je (travailler) - Je/J’………………………………………..

2. Tu (parler) - Tu ………………………………………….

3. La classe (écouter) - La classe ……………………………….

4. Tout le monde (chanter) - Tout le monde ………………………

5. Il (chercher) - Il ……………………………………………

6. Je (aimer) - Je/J’ ……………………………………….

7. Elle (sauter) - Elle …………………………………………

8. Tu (donner) - Tu …………………………………………..

9. On (marcher) - On …………………………………………..

10. Tu (trouver) - Tu ……………………………………………

Opdracht 5

Opdracht 5: Kies nog 1 werkwoord uit de vorige opdracht en vervoeg dit:

1. …………………………………….

Je/J’

Tu

Il/elle/on

La classe

Tout le monde

Opdracht 5

Opdracht 5: Kies 1 werkwoord uit de vorige opdracht en vervoeg dit:

1. …………………………………….

Je/J’

Tu

Il/elle/on

La classe

Tout le monde

Bonjour! Je m’appelle Marie.
J’aime le dessin, le français et
l’allemand. Je déteste la géo et l’informatique
Wat zijn de lievelingsvakken van Marie?

1. tekenen, aardrijkskunde en duits
2. tekenen, frans en aardrijkskunde
3. tekenen, duits en infrmatica
4. tekenen, frans en duits

Lees het tekstje en bedenk alvast wat Brahim van geschiedenis vindt.

Moi, c’est Brahim. J’ai un 

nouveau copain au collège ! Il est dans ma classe. Il s’appelle René. Demain, je fais un 

 exposé d’histoire avec René.

L’histoire, c’est difficile. Mais

René est fort en histoire. Salut ! 

Wat vindt Brahim van geschiedenis? Antwoord in het Nederlands

Wat gaat Brahim samen met René maken?
antwoord in het Nederlands
Demain je fais un exposé d'histoire avec René

Je m’appelle Nerissa. Ma matière préférée, c’est l’anglais ! C’est facile. Et la prof est super. J’ai toujours dix-huit ou dix-neuf en anglais !

Wat is het lievelingsvak van Nerissa?

1. Frans
2. Wiskunde
3. Aardrijkskunde
4. Engels

Mais je déteste les maths. Je suis super nulle. C’est dur, les maths. Mon copain Michel est bon en maths et nul en anglais. On travaille ensemble.


.Wat is het lievelingsvak van Michel? Antwoord in het Nederlands

Welke nieuwe woorden zet je in je FIP? Kijk in je schrift bij wat je net hebt opgeschreven.
noem er 2 of 3

Welk lesonderdeel vond je het leukst?
De werkwoorden of de leestekstjes?

Les devoirs

1. leer het rijtje van danser uit je hoofd:

ik dans = je danse

jij danst = tu danses

hij danst = il danse

zij danst = elle danse

wij dansen = on danse

de klas danst = la classe danse'

iedereen danst = tout le monde danse

2. maak opdracht 1 tm 5 van de werkwoorden compleet in je cahier