H4 §2 Tsunami's

1 / 46
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is er op de foto gebeurd?

Slide 2 - Open question

Programma van vandaag
Doelen:
Na deze les kun je uitleggen:
  • hoe een tsunami ontstaat
  • waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
  • wat de gevolgen zijn van een tsunami
  • Programma
- Interactieve uitleg over tsunami's: inclusief spectaculaire maar gruwelijke beelden.


Slide 3 - Slide

11 maart 2011

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

voor
na

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdracht:
We kijken zo een videofragment.
Noteer in je schrift/op een blaadje, op basis van de video, in ongeveer 5 stappen hoe een tsunami ontstaat.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Noteer op basis van de video, in ongeveer 5 stappen hoe een tsunami ontstaat.

Slide 10 - Slide

Noteer op basis van de video, in minimaal 5 stappen hoe een tsunami ontstaat. (of een foto van je blaadje)

Slide 11 - Open question

Hoe ontstaat een tsunami
  1. onderzeese aardbeving
  2. de beving veroorzaakt een golf met een lengte van 200 km
  3. in diep water kunnen de golven snelheden behalen van 800 km/uur
  4. in ondiep water worden de golven afgeremd waardoor ze in hoogte toenemen
  5. het water komt met grote kracht op het strand aan

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tsunami

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Tsunami

Slide 16 - Slide

Waarom wordt een tsunami pas gevaarlijk als hij bij de kust komt?

Slide 17 - Slide

Gevolgen van de tsunami

Een tsunami wordt pas gevaarlijk als hij bij de kust komt:
     1 in het ondiepe water remt de golf af.
     2 het achterste deel van de golf haalt de voorkant in.
     3 de golf wordt hoger.
 

Slide 18 - Slide

Aardbeving

Door plaatbewegingen bouwt zich spanning op in 
     de aardkorst.
Na enkele jaren ontlaadt die spanning zich en 
verschuiven platen ineens een paar meter. 
 
• Hypocentrum en epicentrum

  •  De zwaarste aardbevingen komen voor bij convergentie.
  •  Ook aardbevingen bij transforme en divergente 
  •  plaatbewegingen.

Slide 19 - Slide

Hoe meten we de kracht van aardbevingen?

Slide 20 - Slide

Schaal van Richter

Slide 21 - Slide

Schaal van Richter
De Schaal van Richter loopt van 1 tot 12.

Een aardbeving van 4 op de schaal van Richter is 10 keer sterker dan een van 3 op de Schaal van Richter.

Dit noem je exponentiele stijging.

Slide 22 - Slide

Stappen schaal van Richter

Slide 23 - Slide

Schaal van Mercalli

De schaal van Mercalli meet de aangerichte schade op een plek

Slide 24 - Slide

Aan de slag
Maak de digitale opdrachten van §4.2: De grote Oost-Japanse ramp
20 minuten
timer
20:00

Slide 25 - Slide

Doelen deze les:
Na deze les kun je uitleggen:
  • hoe een tsunami ontstaat
  • waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
  • wat de gevolgen zijn van een tsunami
 
Hierna staan wat quizvragen om je kennis te testen.

Slide 26 - Slide

Maak van H4 paragraaf 2 opdrachten 1 t/m 4 en 6 t/m 8 (9 zijn filmpjes, handig voor de toets)
Plenda, donderdag 6 april:
M (AK): 4.2 af opdr 1 t/m 4, 6 t/m 8
(4.1 was al af)
Klaar?
- Maak een samenvatting (met de "wat moet je kennen en kunnen vragen")
- Leren plannen in je Plenda
- Leren voor een ander vak

Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op ma/vr, of bij een andere (AK)docent)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Een tsunami komt eigenlijk heel erg ver. Maar.... is dan niet meer zo hoog

Slide 29 - Slide

Maak van H4 paragraaf 2 opdrachten 1 t/m 4 en 6 t/m 8 (9 zijn filmpjes, handig voor de toets)
Plenda, donderdag 6 april:
M (AK): 4.2 af opdr 1 t/m 4, 6 t/m 8
(4.1 was al af)
Klaar?
1. Maak een samenvatting van H4.1 / H4.2 (met de "wat moet je kennen en kunnen vragen")
2. Leerwerk plannen in je Plenda/agenda
3. Leren voor een ander vak

Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op ma/vr, of bij een andere (AK)docent)

Slide 30 - Slide

Quizje!

Slide 31 - Slide

Wat is een tsunami?
Kies het beste antwoord
A
Een golf
B
Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt en die wordt veroorzaakt door een zeebeving.
C
Een aardbeving onderwater
D
Een hoge vloedgolf ontstaan door hele harde wind op zee.

Slide 32 - Quiz

Voor een tsunami heb je nodig ...
A
een aardbeving in de zeebodem en een diepe kust
B
een aardbeving in de zeebodem en een ondiepe kust
C
een aardbeving op land en een diepe zee
D
een aardbeving op land en een ondiepe zee

Slide 33 - Quiz

Hoe kan het dat een tsunami zo hoog wordt?
A
Het water gaat weg bij de kust
B
Het water wordt naar beneden getrokken
C
Het water wordt omhoog geduwd door de kust
D
Het water wordt in de lucht geschoten door de zeebeving

Slide 34 - Quiz

Wat gebeurt er met een tsunami in de ondiepe kust?
A
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt af
B
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt toe
C
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt af
D
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt toe

Slide 35 - Quiz

De tsunami in 2004 veroorzaakte meer dan 200.000 doden. In 2011 veroorzaakte de tsunami 15.800 doden. Wat is de belangrijkste factor voor dit verschil?
A
Verschil in intensiteit van de aardbeving
B
Verschil in klimaat.
C
Verschil in welvaart (rijkdom)
D
Verschil in type plaatgrens

Slide 36 - Quiz

Wat is slim om te doen na een tsunami alarm?
A
In de verstevigde kelder van je huis gaan zitten.
B
Buiten op een open terrein gaan staan.
C
Snel naar een hoog gelegen gebied gaan.
D
Met een boot zover mogelijk de zee op varen.

Slide 37 - Quiz

Op zee merk je niets van een tsunami
A
Goed
B
Fout

Slide 38 - Quiz

waar ontstaan tsunami's
A
rond de tropen
B
midden op aardplaten
C
aan de rand van aardplaten
D
overal ter wereld

Slide 39 - Quiz

Bij welke schaal wordt er gekeken naar de intensiteit van de hoeveelheid schade en slachtoffers door een aardbeving?
A
De schaal van Mercalli
B
De schaal van Richter

Slide 40 - Quiz

Hoe noemen we de plek waar de aardschok aan het oppervlak komt?
A
Hypocentrum
B
Schaal van Richter
C
Epicentrum
D
Subductie

Slide 41 - Quiz

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
200 keer

Slide 42 - Quiz

Aardbevingen zijn het zwaarst bij
A
convergente en divergente breuken
B
convergente en transforme breuken
C
transforme en divergente breuken

Slide 43 - Quiz

Een tsunami is een ....... van een aardbeving.
A
gevolg
B
oorzaak
C
beide zijn goed

Slide 44 - Quiz

Ik weet nu alles van tsunami's en aardbevingen
A
JA!
B
NEE!
C
IK HEB NOG EEN VRAAG!

Slide 45 - Quiz


Maak van H4 paragraaf 2 opdrachten 1 t/m 4 en 6 t/m 8 (9 zijn filmpjes)
Plenda, maandag 4 april:
1e uur M (AK): H4.1 en 4.2 af 
Klaar?
- Maak een samenvatting (met de "wat moet je kennen en kunnen vragen")
- Leren plannen in je Plenda
- Leren voor een ander vak

Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op ma/vr, of bij een andere (AK)docent)

Slide 46 - Slide