Werkwoordspelling

1 / 17
next
Slide 1: Video
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Mijn moeder .......... gisteren de deur knalrood.
A
verfte
B
verfden
C
verfde
D
vervde

Slide 3 - Quiz

Kies de juiste vorm:

De buurman heeft zijn spullen ......
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisd

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste vorm:

De buurman heeft zijn spullen ......
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisd

Slide 5 - Quiz

Wat is het volooid deelwoord van:

antwoorden
A
geantwoord
B
geantwoort

Slide 6 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 7 - Quiz

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisterenavond samen macaroni gegeten
A
Ze
B
Hebben
C
Macaroni
D
Gegeten

Slide 8 - Quiz

Welk werkwoord is niet sterk
A
lopen
B
zitten
C
sterken
D
zijn

Slide 9 - Quiz

Wat zijn zwakken werkwoorden?
A
ruziën
B
lopen
C
bewegen
D
zitten

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je de pv?
Rijdt/Rijd je vader morgen mee?
A
Rijdt
B
Rijd

Slide 11 - Quiz

De coach wisselt de speler.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 12 - Quiz

Het heeft vannacht verschrikkelijk gestormd en geregend.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

bereiken
A
bereikt
B
bereikd
C
bereken

Slide 14 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd
C
verjaagd
D
verjaagt

Slide 15 - Quiz

Ik …. alle vragen van de toets.
A
onthoudde
B
onthield
C
onthieldt

Slide 16 - Quiz

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quiz