les 3 - snelheid

Snelheid?
Lopen van een bepaalde afstand binnen een bepaalde tijd.
Afstand en tijd  zijn voorbeelden van een grootheid
Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bij een grootheid hoort een eenheid.
snelheid = afstand/tijd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Snelheid?
Lopen van een bepaalde afstand binnen een bepaalde tijd.
Afstand en tijd  zijn voorbeelden van een grootheid
Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bij een grootheid hoort een eenheid.
snelheid = afstand/tijd

Slide 1 - Slide

eenheden afstand & tijd
1 km = 1000 m
1 m = 100 cm
1cm = 10 mm
1 uur = 60 min
1 min = 60 sec
1 uur = 3600 s
1 m/s = 3,6 km/u

Slide 2 - Slide

Van m/s naar km/h
Als je van meter per seconde naar kilometer per uur wilt gaan, doe je de volgende berekening:
1. Als ik 1 meter in 1 seconde kan afleggen, kan ik  3600 meter in 3600 seconden afleggen. Dat is 3600 meter in 1 uur
2. 3600 meter is 3,6 kilometer. 
Als mijn snelheid 1 m/s is, beweeg ik met 3,6 km/h

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

In welke eenheid wordt de snelheid van een auto aangegeven?
A
kilometer per seconde
B
kilometer per uur
C
meter per seconde
D
meter per uur

Slide 5 - Quiz

wat is de eenheid van snelheid
A
m
B
s
C
m/s of km/h
D
t/r

Slide 6 - Quiz

Een eenheid voor snelheid is: meter per seconde.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Van m/s naar km/h
Waarschijnlijk zegt de snelheid in meters per seconden je niet zo veel. Om snelheid uit te drukken gebruiken we vaak kilometers per uur


Slide 8 - Slide

Hoeveel meter past in een kilometer?
A
10
B
100
C
1000
D
10000

Slide 9 - Quiz

Hoeveel seconden zitten er in een uur?
A
60
B
1000
C
360
D
3600

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

75 km/is ... m/s
A
20,8 m/s
B
270 m/s

Slide 14 - Quiz

19,44 m/s is ... km/h
A
5,4 km/h
B
70 km/h

Slide 15 - Quiz

Johan fietst met een snelheid van 5,5 m/s, hoeveel km/h is dat?
A
19,8
B
5,5
C
1,53
D
55

Slide 16 - Quiz

Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven
Gevraagd
Uitwerking:                                                                            

 = 100 meter/10,8  seconden = 9,3 meter/seconden = 9,3 m/s

Slide 17 - Slide

Een atleet loopt 500 meter in 50 seconden, bereken zijn gemiddelde snelheid
A
10 m/s
B
0,1 m/s
C
2500 m/s
D
25 m/s

Slide 18 - Quiz

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 19 - Quiz