Keuzedeel pabo WO - les 12 - geschiedenis - tijdvak 8 Burgers en stoommachines

Keuzedeel pabo - GS - les 12
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Keuzedeel pabo - GS - les 12

Slide 1 - Slide

Programma les 6

  • Terugblik H7 & Quizvragen
  • Start H8
  • fragment het verhaal van NL
  • vragen uit het werkboek

Slide 2 - Slide

In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel.

Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats?

A
Tussen de Republiek, Azië en Amerika.
B
Tussen de Republiek, West-Afrika en Amerika.
C
Tussen Oost-Indië, Amerika en Europa.
D
Tussen Oost-Indië, West-Indië en Europa.

Slide 3 - Quiz

De Verlichting was een beweging in de Tijd van Pruiken en Revoluties die aandrong op veranderingen.

Welke veranderingen wilden veel denkers van de Verlichting bereiken?
A
Volgens verlichte denkers hadden vrouwen evenveel rechten als mannen om aan de politiek deel te nemen.
B
Volgens verlichte denkers moest de macht worden gedeeld door adel, geestelijkheid en burgers.
C
Zij wilden dat de rechten van burgers in een grondwet werden vastgelegd en dat de macht beter verdeeld werd.
D
Zij wilden dat er algemeen kiesrecht kwam zodat arbeiders ook een deel van de macht kregen.

Slide 4 - Quiz

Welk rijk is op de kaart afgebeeld?


Bron: voorbeeld toelatingstoets pabo
2017 gs
A
Het rijk van Karel de Grote
B
Het rijk van Lodewijk XIV
C
Het rijk van Napoleon

Slide 5 - Quiz

Pamflet

In dit pamflet wordt kritiek geleverd op stadhouder Willem V.
Hij deed volgens de schrijver teveel aan vriendjespolitiek
en luisterde niet naar gewone burgers.

Bron: voorbeeld toelatingstoets pabo 2017 gs
A
bij de Grondwet van Thorbecke
B
bij de Nederlandse Opstand
C
bij de Patriottenbeweging
D
bij de Reformatie

Slide 6 - Quiz

Tijdvak 8 Burgers en stoommachines

Slide 7 - Slide

Vaardigheden tijdvak 8
De aspirant-student kan:

  • 8.1 uitleggen waardoor de burgerij (bourgeoisie) steeds meer
    politieke invloed kreeg; 
  • 8.2 uitleggen wat een parlementair stelsel is;
  • 8.3 kenmerken van de industriële revolutie beschrijven;
  • 8.4 de gevolgen van de industriële revolutie voor de werk- en
    leefomstandigheden van arbeiders toelichten;
  • 8.5 verbanden leggen tussen de industriële revolutie en de
    opkomst van emancipatiebewegingen;
  • 8.6 de relatie beschrijven tussen modern imperialisme en
    nationalisme
    en
  • 8.7 uitleggen waarom grondstoffen en afzetmarkten belangrijke aspecten va het modern imperialisme waren

Slide 8 - Slide

H8. Tijd van burgers en stoommachines
  • Politieke invloed burgerij
  • Parlementair stelsel
  • Industriële revolutie
  • Gevolgen voor de arbeiders
  • Opkomst emancipatiebewegingen
  • Imperialisme en nationalisme
  • Grondstoffen, afzetmarkten en imperalisme

Slide 9 - Slide

8.1 Franse tijd en verbeteringen

- Franse bezetting o.l.v. Napoleon - bestuurlijke maatregelen (burg. stand, wetgeving en decimaal stelsel)
- Continentaal stelsel (verval havensteden)
- Waterloo - N. verslagen
- Monarchie: Verenigd Koningrijk der Nederlanden (1813) Koning Willem I - bijnaam koning koopman
- Infrastructuur (kanalen), eerste stoomtrein van A'dam naar Haarlem, spoorbruggen, meer contact, zelfde tijden
Eerste stroomtrein reis

Slide 10 - Slide

8.1 Industriële revolutie
- 1780 Engeland James Watt stoommachine
- Textiel industrie verving huisnijverheid
- massaproductie en massaconsumptie
- NL gericht op (koloniale) handel
- 1830 stoomspinnerij in Almelo (centrum van de textiel industrie)
- 1852 drooglegging Haarlemmermeer door stoomgemalen
- 1860 steeds meer machines, economische groei
- goede verbinding vanuit Rotterdam en Amsterdam
- Suezkanaal in Egypte
- 1860 stoomschepen vervangen steeds meer zeilboten
- electriciteit en chemische industrie (kunstmest)
- steden groeien, steeds meer mensen trekken weg van het platteland vanwege het werk in de industrie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

8.1 Cultuurstelsel NL-Indië
- Na de Fransen, bestuur in de kolonie niet VOC maar NL staat
- invoering cultuurstelsel ( gedwongen producten verbouwen voor NL staat)
- Indische boeren vaste lage prijs, winst was voor de staat, uitbuiting van de boeren
- Eduard Douwes Dekker (Multatuli) schreef Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij 
- Boek was aanklacht tegen NL bestuur in NL-Indie, afschaf cultuurstelsel
- Ethische politiek ontstaat, uitgangspunt, ontwikkeling van het Indische volk voor toekomst
- Omstandigheden bleven hetzelfde voor de bevolking

Slide 13 - Slide

8.1 Modern Imperialisme (stichten van grote koloniale rijken)
Motieven Modern Imperialisme:
1. economisch; grote behoefte aan grondstoffen en een afzetmark vanwege de industrie. 
2. Nationale; bezit van gebieden was een manier om mee te tellen in de wereld, gevoel van nationale trots. Weinig politieke oppositie binnen de veroverde gebieden.
3. Idealistische; in Europa een gevoel van superioriteit. Door gebieden te veroveren verspreiden zij de Europese beschaving en het Christendom buiten Europa.

Nederland wilde het gehele Indonesische eilandenrijk in handen krijgen. D.m.v. oorlogen met lokale vorsten, werden de eilanden ingenomen (30 jaar voor  vorstendom Atjeh). Zie blz. 121.  Grondstof aardolie werd rond 1900 ontdekt.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

1780
1830
1839
1852
1900
a. Drooglegging Haarlemmer-meer met stoomgemalen
b. Electrische verlichting (gloeilamp)
c. Industrialisatie Engeland
d. Industrialisatie in NL (Almelo)
e. Opening spoorlijn A'dam en H'lem

Slide 16 - Drag question

Welke gevolgen had de aanleg van de spoorwegen voor het land?

Slide 17 - Open question

Wat wordt bedoeld met het cultuurstelsel?

Slide 18 - Open question

Wat wordt bedoeld met (modern) imperialisme?

Slide 19 - Open question

8.2 Nederland, drie verschillende staatsvormen
- 1799 Generaal Napoleon Bonaparte aan de macht als alleenheerser 
- alle verworven rechten uit de revolutie weer kwijt
- 1806 Napoleon gekroond tot keizer
- Veroveringen van Europa, in Rusland een grote nederlaag 
- Gevangen genomen op eiland Elba en in 1815 ontsnapt
- Franse leger o.l.v. Napoleon verslagen bij Waterloo (Sint Helena)

Slide 20 - Slide

8.2 Nederland, drie verschillende staatsvormen
- 1806 einde Bataafse republiek door Napoleon
- Lodewijk Napoleon koning van Koninkrijk Holland (4 jaar)
- 1810 annexeren van het Nederlandse gebied, land werd deel van Frankrijk (broer afgezet, was niet streng genoeg bij doorvoering van continentaal stelsel.

Modern bestuur door:
1. burgerlijke stand
2. invoeren Franse wetboeken
3. invoeren van metrieke of decimale stelsel voor maten en gewichten

Na nederlaag maakten de overwinnaars Rusland, Engeland en het Duitse vorstendom Pruisen een nieuwe indeling van de Europese staten --> Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

Slide 21 - Slide

8.2 Koninkrijk der Nederlanden
Willem I (Willem-Frederik, zoon van gevluchte Willem V) ingehuldigd als koning
- constitutionele monarchie (macht van de koning in theorie beperkt door grondwet)
- minder macht dan in de Bataafse republiek, koning nam allerlei besluiten zonder de volksvertegenwoordiging
- Noordelijke en zuidelijke geen succes, 1830 opstand in de zuidelijke Nederlanden, grote verschillen
- Na 9 jaar werd het zuiden erkend als onafhankelijke staat door Willem I, benoemd tot België
- Willem II volgt Willem I op
- 1848 revolutiejaar; liberale politicus Thorbecke voor democratische grondwet (basis voor huidige Nederlandse democratie). Zie blz. 125 figuur 8.8

Slide 22 - Slide

Napoleon heeft voor Nederland zowel positieve als negatieve gevolgen gehad. Geef twee positieve- en twee negatieven gevolgen.

Slide 23 - Open question

Benoem hier de verschillen tussen Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, waardoor één Verenigd Koninkrijk der Nederlanden geen succes was.

Slide 24 - Mind map

De belangrijkste Nederlandse politicus in de 19e eeuw was Johan Rudolph Thorbecke.

Wat klopt over Thorbecke?
A
Hij gaf leiding aan de liberalen in de Tweede Kamer en zorgde ervoor dat koning Willem II moest aftreden.
B
Hij gaf leiding aan het verzet tegen de koning en richtte de eerste politieke partij op.
C
Hij maakte een nieuwe, conservatieve grondwet en werd minister.
D
Hij maakte een nieuwe, liberale grondwet en werd regeringsleider.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Noem drie verschillende rollen die Alette Jacobs heeft gespeeld bij de vrouwenemancipatie.

Slide 29 - Open question

In Nederland was de eerste belangrijke politieke stroming het liberalisme.

Welke politieke doelen wilden liberalen bereiken? Zij wilden:

A
een eenheidsstaat met een grondwet en vrijheid voor de handel
B
monarchie met eenheid van godsdienst en economische vrijheid
C
republiek met vrije verkiezingen en een geleide economie
D
veelvolkerenstaat met een sterke vorst en hoge invoerrechten

Slide 30 - Quiz

Check-out

Volgende week - les 13 (geschiedenis)
  • Mees geeft les!

Slide 31 - Slide