Uitscheiding

• Uitscheiding
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Thema 3.4 - Uitscheiding

17 januari

Leerdoelen

Na deze les kan je delen van de nieren en urineweg noemen met hun kenmerken en functies.

Welke bloedvat heeft kleppen?

1. Slagaders
2. Aders
3. Haarvaten

Welke deel van het hart heeft een dikkere wand

1. Linkerboezem
2. Rechterboezem
3. Linkerkamer
4. Rechterkamer

Welke afvalstoffen komen vrij bij verbranding?

1. Glucose
2. Zuurstof
3. Koolstofdioxide
4. Fructose

Afvalstoffen in het lichaam

• Koolstofdioxide
• Overtollig water
• Schadelijke stoffen
• Dode ziekte verwekkers

Voorbeelden schadelijke stoffen?

Uitscheidingsstelsel

Nieren

• Afvalstoffen uit het bloed halen
  (zoals zouten, overtollig water en schadelijke stoffen) = uitscheiden 
• Verwijderde stoffen = urine
• Niermerg en nierschors maken urine
• Opvang urine nierbekkens

180 liter bloed

Welke ader vervoert het bloed met de afvalstoffen?

1. Nierslagader
2. Nierader

Conclusie

Nierslagader = zuurstofrijk, maar bevat veel afvalstoffen van de organen.

Nierader= stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren.

Urine

Licht van kleur? Hoge concentratie water

Donker van kleur? Lage concentratie water

Vocht te kort

Weg van urine

 Nierbekkens --> urineleiders --> urineblaas --> urinebuis

Urinebuis man vs vrouw

*Blaas is evengroot!*

Wat is een nadeel van een kortere urinebuis?

De rest van de les bezig met de poster opdracht!