Semana 40 (2) Sonidos y ortografía

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Slide 1 - Slide

La clase anterior De vorige les

¿Qué aprendiste? Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...repito el énfasis herhaal ik de klemtoon 
2. ...aprendo sobre la entonación leer ik over de intonatie

Slide 3 - Slide

Énfasis Klemtoon
  • Eindigt een woord op een klinker, een -n of een -s?                   Dan valt de klemtoon op de één-na-laatste lettergreep.
  • Eindigt een woord op een medeklinker (behalve -n of -s)?   Dan valt de klemtoon op de laatste lettergreep.
  • Staat ergens een accent (streepje naar rechts)?                       Dan valt dáár de klemtoon.
                                                                                                LT p. 14 ej. 12

Slide 4 - Slide

Énfasis Klemtoon
Extra werkblad: p. 2
Welke woorden staan in de wolkjes? En waar valt de klemtoon?

Slide 5 - Slide

Entonación Intonatie
LT p. 14 ej. 11



In tweetallen. Speel de dialogen bovenaan LT p. 14 na.
Let goed op de klemtoon en gebruik ook gebaren.

Slide 6 - Slide

¡A trabajar! Aan het werk!
Maak nu eerst LE p. 6 ej 8.

Klaar? Oefen met de woordenlijst die hoort bij Unidad 0.
Bekijk het rijtje Español en clase - Spaans in de les en 
probeer alle zinnen uit te spreken. 
Let op: klemtoon, uitspraakregels en intonatie.

Klaar? Maak de "woordslang" op p. 3 van je extra blad!

Slide 7 - Slide

Deberes Huiswerk
- maken: LE p. 5 + 6 ejs. 1 - 8
- leren: je aantekeningen over de klemtoon
- leren: vocabulario

Slide 8 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 9 - Slide

Hoe leer jij het best woordjes?

Slide 10 - Open question

No lo sé.
A
Ik begrijp het niet.
B
Ik weet het niet.
C
Mag ik naar de wc?
D
Ik heb een vraag.

Slide 11 - Quiz

¿Puedo ir al baño?
A
Mag ik naar de wc?
B
Hebben we nu Spaans?
C
Waar is mijn schrift?
D
Kun je dat herhalen?

Slide 12 - Quiz

¿En qué página estamos?
A
Hoe schrijf je dat?
B
Kun je dat herhalen?
C
D
Op welke pagina zijn we?

Slide 13 - Quiz

Ik heb een vraag.

Slide 14 - Open question