6.2 Internationale contacten

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Werkboek B pagina 24. Maken opdracht 11 & 14

Aan de slag! We bespreken het over 7 minuten. 

Vandaag

Terugblik Paragraaf 6.1

Paragraaf 6.2 - Globalisering

Opgave 11

Waarom zijn juist deze attracties interessant voor buitenlandse bezoekers?

Redenen toename
vakantieparticipatie?

Welke benaming hebben wij voor "teveel" toeristen op 1 plek?

Gevolgen
massatoerisme?

Globalisering?

• Globe = de wereld
• Globalisering is het uitwisselen van mensen, spullen, geld en kennis over de hele wereld.

Voorbeeld?

Wie kan er nog een ander voorbeeld noemen?

Vanuit welk land veroverde McDonald's de wereld?

Twee belangrijke begrippen

Voorbeeld

• Onze kleren worden gemaakt in Azië -> Waarom?
• Goedkoop
• Wij halen die kleren naar Nederland: dat noemen we
  
• Import

• Wij verkopen bloemen aan andere landen.
• Dat heet 
• Export.

Handelsbalans

Import/invoer: Alle producten die een land binnenkomen
Export/uitvoer: Alle producten die het land uitgaan

Twee soorten afstand.

• Welke?
• Absolute afstand
• Relatieve afstand

Wat is relatieve afstand?

Wat heeft die relatieve afstand te maken met globalisering?

De Europese Unie

27 Europese landen die met elkaar samenwerken, voor vrede en welvaart vormen samen de EU

Door open grenzen en de euro is handel tussen de EU-landen heel makkelijk

EU

 'zacht' grenzen en

 'harde' grenzen

EU

Vrij verkeer van goederen, mensen en geld tussen landen in de EU

De binnengrenzen zijn 'zacht': die kun je gemakkelijk passeren.

De buitengrenzen zijn 'hard: je komt niet zo maar binnen.

eurozone

19 landen waarin de euro de valuta is. hierdoor kan je makkelijker prijzen vergelijken en hoef je geen geld te wisselen.

Dus niet alle landen van de
EU gebruiken de euro!

Lezen B176 / B181 / B188 (in je basisboek vanaf p. 115)

Maken 6.2 opdracht 8 / 9 / 10 (WB B p.27)

Aan de slag! We bespreken het over 12 minuten. 

3 sectoren

primaire sector

landbouw (veeteelt, tuinbouw, akkerbouw, bosbouw) 

Primaire sector

Het werk waarbij producten regelrecht uit de natuur worden gehaald -> landbouw.

Belangrijk voor de Nederlandse export!

Denk aan: kaas, melkpoeder, tomaten, paprika’s etc.

secundaire sector

industrie, hightechproducten, grondstoffen

Secundaire sector

Werk waarbij producten uit de primaire sector worden bewerkt -> industrie.

Maar ook: bouwbedrijven en de elektriciteits-, gas- en waterleidingbedrijven.

Secundaire sector in Nederland

In Nederland vooral hightechproducten: producten die gemaakt zijn met toepassing van hoogstaande technische kennis.

Grondstof is hier kennis die nodig is.

tertaire sector

dienstensector

Tertiaire sector

Bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten -> dienstensector

Bedrijven in deze sector leveren diensten.

Handel, financiële diensten etc.

Bijvoorbeeld kennis over het bouwen van dijken!

Sectoren Nederland

Verschillende soorten bedrijven doen aan exporteren en importeren:

- Landbouw (bloemen)

- Industrie (kleren)

- Diensten (kennis)

.

.

.

.

.

.

High tech is ook industrie

Ren je rot

Je hebt nu geleerd:

-Wat globalisering is.

-wat iM- en export is.

Zoek een product bij jou in huis dat geïmporteerd is en laat het zien voor de camera! 

Aan de slag

Paragraaf 6.2

Maken via in je  werkboek B (vanaf pagina 26)

1C, 2, 4, 6, 7A, 8, 9, 11A

Sleep het begrip naar de juiste uitleg!

Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur)

Grens die makkelijk te passeren is en waar geen formulieren gecontroleerd hoeven te worden en waar niet betaald hoeft te worden

Levering van producten en diensten aan een ander land. Heet ook uitvoer

Export

Globalisering

Open grens

De Europese Unie bestaat uit 28 landen.

1. Juist
2. Onjuist

Globalisering zorgt voor toename van export en import.

1. Juist
2. Onjuist

Globalisering is het altijd doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie

1. Juist
2. Onjuist

Vrij verkeer van goederen is in heel Europa mogelijk.

1. Juist
2. Onjuist

Gelijke wetten en regels horen bij Europese integratie.

1. Juist
2. Onjuist

Import is het uitvoeren van producten uit een land.

1. Juist
2. Onjuist

Er zijn 19 landen met de euro als officieel betaalmiddel.

1. Juist
2. Onjuist