Thema 4, Basisstof 4, Spieren

                   4.4 Spieren
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                   4.4 Spieren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


(Inzicht) Waardoor zijn veel delen van een gewricht niet zichtbaar op een röntgenfoto?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Herhaling
(Inzicht) Waardoor zijn veel delen van een gewricht niet zichtbaar op een röntgenfoto?

Antwoord: Alleen de delen met veel kalkzouten zijn zichtbaar op een röntgenfoto. De andere delen bevatten geen of weinig kalkzouten.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Spierstelsel
Aan de botten zitten spieren met pezen vast.

Door deze spieren kan je lichaam bewegen en kun je rechtop staan.

 Alle skeletspieren in het lichaam vormen samen het spierstelsel.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke spieren vormen het spierstelsel
A
Alle spieren
B
Skeletspieren
C
Orgaanspieren

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Beweging mogelijk maken
Aanhechtingsplaats = De plaats 
waar een pees aan een bot vastzit.

Samentrekken van een spier (een pees kan 
dat niet): - Spier wordt korter en dikker
                 


De spier trekt de botten naar elkaar toe. Zo ontstaat een beweging. Hierboven zie je dit bij de kuitspier. Als de kuitspier samentrekt, gaat het hielbeen omhoog.

Slide 6 - Slide

Je ziet hier een kuitspier en botten in een been. De kuitspier zit met pezen vast aan de botten. De plek waar een pees aan een bot zit, heet aanhechtingsplaats. Een pees kan zich niet samentrekken en ook niet uittrekken. Een spier kan dat wel. Als de kuitspier zich samentrekt, wordt hij korter. Hij trekt dan de aanhechtingsplaatsen naar elkaar toe. Hierdoor ontstaat een beweging. 
Antagonisten
Antagonisten zijn spieren met de tegenovergestelde werking:
Buikspieren/ rugspieren.
Biceps/ triceps

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Onbewuste spieren 
Orgaanspieren  -  zitten niet aan botten vast
                                  -  je hebt er geen controle over

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'. Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions