Week 8 3 HAVO

1 / 49
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programm
Rückblick 
      Lernziele 1 min
          Lesen TEA-3
          • Woordenboekgebruik + leesvaardigheid
          Referat Landeskunde
          • Arbeitsheft 2 ab Seite 10
          • Zinnen met informatie uitschrijven 







              Slide 2 - Slide

              Rückblick
              Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?


              Slide 3 - Slide

              Lernziele 3H
              Ik verdiep mij in een Duitse deelstaat of hoofdstad
              • ik kijk eerst naar een voorbeeld van hoe mijn presentatie moet worden
              • ik werk aan mijn eigen presentatie
              Ik oefen met woordenboekgebruik en leesvaardigheid voor TEA-3

              Slide 4 - Slide

              Lesen: Üben TEA-3


              • Je krijgt een tekst op niveau A2/B1
              • Je moet de passende woorden in de tekst schrijven
              • Je mag een woordenboek gebruiken, maar zonder gaat natuurlijk sneller 

              Ben je klaar?-> Werk verder aan de voorbereiding van je Referat Landeskunde

              Slide 5 - Slide

              Referat Landeskunde

              Du kannst jetzt anfangen mit der Vorbereitung 
              • Bundesland: Seite 11
              • Hauptstadt: Seite 12

              Je past de zinnen aan op jouw Bundesland/Bundeshaupstadt
              • Zoek dus alle informatie op!
              • Je levert volgende les in een Word-document je geschreven presentatie in
              • Ik zet een opdracht in TEAMS open om in te leveren

              Slide 6 - Slide

              Slide 7 - Slide

              Slide 8 - Slide

              Slide 9 - Slide

              Slide 10 - Slide

              Slide 11 - Slide

              Slide 12 - Slide

              Slide 13 - Slide

              Slide 14 - Slide

              Slide 15 - Slide

              Sprechkarten
              Gespräche auf Seite 4
              • Werk in tweetallen
              • Zoek de zinnen op/vertaal ze/schrijf ze op
              • Oefen de gesprekken

              Termin vereinbaren
              • Hast du in TEA-1 schon gemacht/geübt
              • Du kannst die Redemittel vom Schritt 21 benutzen zum Spicken
              timer
              10:00

              Slide 16 - Slide

              Referat Landeskunde

              Du kannst jetzt anfangen mit der Vorbereitung 
              • Bundesland: Seite 11
              • Hauptstadt: Seite 12

              Je past de zinnen aan op jouw Bundesland/Bundeshaupstadt
              • Zoek dus alle informatie op!
              • Je levert volgende les in een Word-document je geschreven presentatie in
              • Ik zet een opdracht in TEAMS open om in te leveren

              Slide 17 - Slide

              Slide 18 - Slide

              Programm
              Rückblick 
                  Lernziele 1 min
                      Wörterbuch benutzen

                      Erklärung + übersetzen 
                      Lesen: Üben TEA-2
                      • Texte
                      Referat Landeskunde
                      • Arbeitsheft 2 ab Seite 10
                      • Zinnen met informatie uitschrijven 







                          Slide 19 - Slide

                          Rückblick
                          Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?


                          Slide 20 - Slide

                          Lernziele 3H
                          Ik kan snel en effectief woorden opzoeken in een woordenboek
                          ik weet hoe
                          Ik verdiep mij in een Duitse deelstaat of hoofdstad
                          • ik kijk eerst naar een voorbeeld van hoe mijn presentatie moet worden
                          • ik werk aan mijn eigen presentatie

                          Slide 21 - Slide

                          Het gebruik van een woordenboek






                          Montag, den 21. Februar 2022

                          Slide 22 - Slide

                          Kijk mee!
                          Kijk naar het filmpje en let goed op...
                          Er volgen zo meteen vragen over de inhoud van het filmpje.

                          Slide 23 - Slide

                          Slide 24 - Video

                          1. Welk van de onderstaande woorden vind ik WEL in het woordenboek?
                          A
                          afkortingen
                          B
                          verkleinwoord
                          C
                          zelfstandig naamwoord - enkelvoud
                          D
                          zelfstandig naamwoord - meervoud

                          Slide 25 - Quiz

                          2. De dame in het filmpje heeft het over de infinitief van een werkwoord. Wat is een infinitief eigenlijk?
                          A
                          vervoeging
                          B
                          de stam van een werkwoord
                          C
                          de ik-vorm
                          D
                          het hele werkwoord

                          Slide 26 - Quiz

                          3. Er wordt steeds gesproken over de context. Wat is de context?
                          A
                          betekenis
                          B
                          samenhang
                          C
                          verband
                          D
                          achtergrond

                          Slide 27 - Quiz

                          Signaalwoorden

                          Een signaalwoord is een verbindingswoord.

                          Slide 28 - Slide

                          Wat is de vertaling van de volgende signaalwoorden?

                          Slide 29 - Slide

                          5. trotzdem
                          A
                          daarentegen
                          B
                          desondanks
                          C
                          bovendien
                          D
                          desalniettemin

                          Slide 30 - Quiz

                          6. also

                          A
                          dus
                          B
                          want
                          C
                          daarom
                          D
                          of

                          Slide 31 - Quiz

                          7. heute
                          A
                          nu
                          B
                          vandaag
                          C
                          vroeger
                          D
                          later

                          Slide 32 - Quiz

                          8. zum Beispiel

                          Slide 33 - Open question

                          9. aber

                          Slide 34 - Open question

                          10. weil

                          Slide 35 - Open question

                          Tot zover de signaalwoorden.

                          Nu verder met het echte vertaalwerk!

                          Slide 36 - Slide

                          Zoek de vertaling van de volgende woorden op in het woordenboek.

                          Slide 37 - Slide

                          16. Ausland
                          Schrijf betekenis nummer 1 op.

                          Slide 38 - Open question

                          Meerdere betekenissen
                          Als een trefwoord duidelijk verschillende betekenissen heeft, worden de vertalingen genummerd met 1, 2 enz.
                          Kies de vertaling die het beste in de context past.

                          Slide 39 - Slide

                          17. Verwaltung
                          Schrijf betekenis nummer 1 op.

                          Slide 40 - Open question

                          18. Parkschein
                          Welk lidwoord staat ervoor?

                          Slide 41 - Open question

                          19. Absatz
                          Wat is de betekenis van dit woord als je denkt aan leesvaardigheid?

                          Slide 42 - Open question

                          21. Berufswechsel

                          Slide 43 - Open question

                          Samengesteld zelfstandig naamwoord

                          Dit is een zelfstandig naamwoord dat eigenlijk uit twee woorden bestaat: Beruf + Wechsel.

                          Deze woorden staan niet als één woord in het woordenboek, maar apart van elkaar. 

                          Slide 44 - Slide

                          Uit welke twee woorden bestaan de volgende samengestelde zelfstandig naamwoorden?

                          Slide 45 - Slide

                          22. Polizeipraktikum

                          Slide 46 - Open question

                          23. Kindheitstraum

                          Slide 47 - Open question

                          Lesen: Üben TEA-3


                          • Je krijgt een tekst op niveau A2/B1
                          • Je moet de passende woorden in de tekst schrijven
                          • Je mag een woordenboek gebruiken, maar zonder gaat natuurlijk sneller 

                          Ben je klaar?-> Werk verder aan de voorbereiding van je Referat Landeskunde

                          Slide 48 - Slide

                          Referat Landeskunde

                          Du kannst jetzt anfangen mit der Vorbereitung 
                          • Bundesland: Seite 11
                          • Hauptstadt: Seite 12

                          Je past de zinnen aan op jouw Bundesland/Bundeshaupstadt
                          • Zoek dus alle informatie op!
                          • Je levert volgende les in een Word-document je geschreven presentatie in
                          • Ik zet een opdracht in TEAMS open om in te leveren

                          Slide 49 - Slide