H3 §3 Water in natte gebieden (VWO)

H3 Water




§3 Soms te veel
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H3 Water




§3 Soms te veel

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet welke gebieden van nature grotere overstromingsrisico's vormen.
  • Je weet welke gebieden door het ingrijpen van de mens grotere overstromingsrisico's kennen.
  • Je weet dat het overstrominingsrisico van veel gebieden toeneemt.
  • Je begrijpt waarom virtueel water denkbeeldig water is.


Slide 2 - Slide

Waterbalans
  • Gemiddeld heeft elke burger de beschikking tot 5 miljoen liter water. 
  • In de praktijk is dat niet zo. 
  • Omdat bijvoorbeeld het water niet eerlijk verdeeld is over de aarde.

Slide 3 - Slide

Waterbalans
  • Aan de hand van de waterbalans kan men laten zien hoe men aan water komt. 
  • De waterbalans toont namelijk hoeveel water er binnenkomt en weer verdwijnt.
  • Er zijn 4 manieren hoe een gebied aan water komt:

Slide 4 - Slide

Hoe komt een gebied aan water?
1. Neerslag
- In sommige gebieden veel, andere weinig. Het water dat overblijft noemt men nuttige neerslag. Bijvoorbeeld na verdamping.
- De nuttige neerslag wordt gebruikt door alles wat leeft. Het verdwijnt door infiltratie voor een deel in de grond.
Helaas door rioleringen, ontbossing etc. minder tijd voor water om te infilteren in de bodem. Het stroomt dan weg. Daardoor minder 'voorraad' in de grond.

Slide 5 - Slide

Hoe komt een gebied aan water?
2. Aanvoer water uit andere gebieden.
- Via bijvoorbeeld rivieren en grondwater.

3. Door aanvoer van fossiel water. Water dat al heel erg lang in de ondergrond zit. We noemen zo'n ondergrond een aquifer. Hier kan water uit worden gehaald. 

4. Aanvoer van virtueel water
- Geen echt water, maar water dat al verwerkt zit in producten.
Virtueel water

Slide 6 - Slide

Waar blijft het water?

Slide 7 - Slide

Duurzaam waterbeheer
Zoet water is schaars.
Daarom moet je zuinig omgaan met zoet water. 
Er zijn twee soorten water:

- vernieuwbaar water
- niet-vernieuwbaar water

Bij het gebruik van fossiel water, gebruik je niet-vernieuwbaar water. Het is vergelijkbaar met een fossiele brandstof -> het raakt op en wordt niet tijdig aangevuld.

Gebruik je alleen het vernieuwbare water, dan doe je aan duurzaam waterbeheer.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Maken
1. Lees §3 Water in natte gebieden
2. Maak de opdrachten uit je werkboek.
3. Kijk je opdrachten na.
4. Maak een foto en lever in.

Slide 10 - Slide