16-09

Planning H3B
- Do the listening test on Woots

Finished?
Read in your Dutch or English reading book!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning H3B
- Do the listening test on Woots

Finished?
Read in your Dutch or English reading book!

Slide 1 - Slide

Planning MH1
- Check the practise reading test
- How to use a dictionary?
- Continue practising on Read Theory

Slide 2 - Slide

dictionary game

Slide 3 - Slide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden bovenaan. Deze geven het eerste woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende slide.

Slide 4 - Slide

rules
  • make a group (max 4)
  • put tables together
  • grab a pen and paper
  • 1 laptop per group, teacher decides who
  • 1 dictionary per table

Slide 5 - Slide

planning
round 1: put in the correct order
round 2: put in the correct order
round 3: find the correct translation

Slide 6 - Slide

round 1:
put in the correct order:
y/o/m/d/a/q/j/k

Slide 7 - Slide

write down your answer

Slide 8 - Open question

round 2

Slide 9 - Slide

put your answer here

Slide 10 - Open question

round 3: find the right translation

Slide 11 - Slide

put your answer here

Slide 12 - Open question

put down your answer here

Slide 13 - Open question

Planning H2
- Newsround
- Grammar: relative pronouns

Slide 14 - Slide

Unit 2.5: relative pronouns
Wanneer:
Om extra informatie te geven over iets of iemand. Vaak verwijs je naar eerder in de zin.

That's the woman who helped me.
We loved our hotel, which was in the city centre.

Slide 15 - Slide

Relative pronouns
Nederlandse variant:
Engelse variant:
Wanneer gebruik je het:
Voorbeeldzin:
Die
who
om te verwijzen naar mensen
This is my mother, who is 40 years old.
Dat
which
om te verwijzen naar dieren, dingen of locaties
I like the song, which is written by my favourite band.
die/dat
that
In plaats van who/which, maar er mag geen komma voorstaan!
I like the song that is written by my favourite band.
wiens/
waarvan
whose
Om aan te geven van wie/wat iets is.
The house whose roof collapsed is gone now

Slide 16 - Slide

Do ex. 2, 3 & 4 of lesson 2.5
Finished?
- Study the words of lesson 2.5
- Study irregular verbs to eat - to hit


This is your homework for next class!

Slide 17 - Slide