Newton: 7.2 Gasvormig, vloeibaar en vast

Gasvormig, vloeibaar en vast
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Gasvormig, vloeibaar en vast

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Je gaat leren over
welke fasen er zijn;
wat een faseovergang is;
wat moleculen en atomen zijn;
wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Slide

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Wat zie je door de microscoop?
A
Confetti
B
Dierlijke cellen
C
Plantencellen
D
Huisstofmijt

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de onderdelen van de plantaardige cel naar de goede plek. 
vacuole
cel wand
celplasma
cel membraan
bladgroenkorrel

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Welk orgaanstelsel is dit?
A
spierstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg - laptop opruimen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Voorkennis dia. Bespreek met de leerlingen het formaat van de deeltjes waar je vandaag over gaat vertellen.

Bron: https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0167931717304045 
Stoffen?

Slide 9 - Slide

Ga met de leerlingen in gesprek over het begrip 'stoffen'. De afbeeldingen illustreren de verschillende definities. 

Slide 10 - Slide

Overzichtsdia

Bron: https://kennis.hunzeenaas.nl/index.php/Id-0e350b77-b643-5d72-e067-4d9f617f55c0 
Stoffen en deeltjes

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Waterkringloop

Slide 12 - Slide

Dit leren leerlingen op de basisschool en zou bekend voor moeten komen.
Fasen
- Vloeibare fase
- Vaste fase
- Gas fase

Slide 13 - Slide

Water als voorbeeld voor drie fasen.
Fasen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

fase overgangen
Als stoffen naar verschillende fases gaan noem je dit faseovergangen.

Elke faseovergang kost energie.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

het smeltpunt en kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.

Slide 16 - Slide

Smeltpunt/stolpunt en kookpunt staan in Binas. Het zijn stofeigenschappen. 

In de vloeibare fase ontstaat er ook al waterdamp, dit is wel vele malen minder dan tijdens het koken. 

Als je een vloeistof verwarmt, zal hij bij een bepaalde temperatuur gaan koken. Je ziet dan overal in de vloeistof dampbellen ontstaan. De vloeistof verdampt dan niet alleen aan het vloeistofoppervlak zoals bij ‘gewoon’ verdampen, maar overal in de vloeistof. 

Tijdens het smelten en koken gaat alle energie (warmte) die je in de stof stopt in het smelten of verdampen van de stof. De stof wordt tijdens dit proces dus niet warmer! Hij neemt wél energie op!

Faseovergangen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden vaste fase
Sneeuw, hagel, rijp.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

IJzel                        Rijp            


                 IJzel is bevroren water.                    Rijp is bevroren waterdamp

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

sublimeren

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden vloeibare fase
Mist, wolkje druppeltjes bij 
fluitketel, wolk, nevelwolkje
tijdens uitademen als het 
koud is.

Als je het kan zien is het nooit
de gasvormige fase !

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

Slide 22 - Slide

Laat de leerlingen de volgende opdracht op (digitaal) papier maken.
Welke fase heeft water in deze vormen?
  1. Een ijsblokje
  2. Een glas water
  3. Mist
  4. Wolken
  5. De damp die je uitademt als het koud is
  6. In de lucht tussen jou en het beeldscherm
  7. Sneeuw
  8. Hagel
  9. Regen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke fase heeft water in deze vormen?
  1. Een ijsblokje, vast
  2. Een glas water, vloeibaar
  3. Mist, vloeibaar (hele kleine druppeltjes)
  4. Wolken, vloeibaar (hele kleine druppeltjes)
  5. De damp die je uitademt als het koud is, vloeibaar
  6. In de lucht tussen jou en het beeldscherm, gas
  7. Sneeuw, vast
  8. Hagel, vast
  9. Regen, vloeibaar

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Uitleg - gaat verder

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Moleculen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Moleculen hebben de volgende eigenschappen


  • Ze verschillen in grootte, maar ook de grootste moleculen zijn voor het oog onzichtbaar.
  • Ze verschillen in massa.
  • Ze trekken elkaar aan: sommige moleculen zwak, andere sterk.
  • Ze bewegen: hoe warmer de stof, des te sneller bewegen de moleculen van die stof.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

mengsel en zuivere stof

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 30 - Slide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
7.1 Start
7.2 Gasvormig, vloeibaar en vast

Zet deze taak in je agenda

Slide 31 - Slide

This item has no instructions