This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Hoofdstuk 3
3.1 Leven op het platteland
Welkom!
Pak je agenda, laptop, boek en schrift
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les....
Je kunt drie redenen noemenwaardoor het Romeinse Rijk uiteenviel en nieuwe koninkrijken ontstonden.
Je kunt uitleggen waarom mensen rond 500op een domein gingen wonen.
Slide 2 - Slide
Planning
Wat weet je al (+- 10 min)
Uitleg (+- 15 min)
Heb je het begrepen? (+- 10 min)
Huiswerk (+- 10 min)
Slide 3 - Slide
Huiswerk
Maken paragraaf 3.1 opdracht 1 t/m 5
Schrijf het in je agenda!
timer
3:00
Slide 4 - Slide
Wat weet jij eigenlijk van de middeleeuwen?
Slide 5 - Mind map
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Waarom valt het Romeinse Rijk?
HetRomeinse legerwas te klein voor het bewaken van de lange grenzen.
Er kwam minder belastinggeld binnen. Het was namelijk zo hoog dat boeren hun akkers moesten verlaten.
Er was vaak ruzie rondom de opvolging van de keizer.
Volksverhuizingen door de hunnen.
Volksverhuizing: Grote verplaatsing van Germaanse volken in de 4e en 5e eeuw.
Slide 9 - Slide
Christenen in het Romeinse Rijk
Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk.
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.
De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.
Slide 10 - Slide
De Middeleeuwen
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 11 - Slide
Onrustige tijden in Europa
500-800
Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.
Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
timer
3:00
Slide 14 - Slide
Noem drie redenen waardoor het Romeinse Rijk uiteenviel.
Slide 15 - Open question
Waarom gingen mensen op een domein wonen?
Slide 16 - Open question
Huiswerk maken
Maken paragraaf 3.1 opdracht 1 t/m 5
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Hoofdstuk 3
3.1 Leven op het platteland
Welkom!
Pak je agenda, laptop, boek en schrift
Slide 18 - Slide
Aan het einde van deze les....
Je kunt uitleggen uit welke delen een domein bestond en wie er woonden.
Slide 19 - Slide
Planning
Wat weet je al (+- 10 min)
Uitleg (+- 15 min)
Heb je het begrepen? (+- 10 min)
Huiswerk (+- 10 min)
Slide 20 - Slide
Huiswerk
Maken paragraaf 3.1 opdracht 6 t/m 9
Schrijf het in je agenda!
timer
3:00
Slide 21 - Slide
Waarom viel het Romeinse Rijk uiteen?
Slide 22 - Open question
Wat is een domein en waarom gingen boeren daar wonen?
Slide 23 - Open question
Domein
Een dorp met landbouwgrond heette een domein
De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp
Slide 24 - Slide
Vroonland
Hoeveland
Woongebied van de domeinheer.
Hier staat zijn eigen boerderij.
Alle opbrengsten zijn voor de heer.
Wonen de andere boeren.
Verdeeld in kleinere stukjes land die elk door een boer en zijn gezin werden bewerkt.
De boeren moeten een deel van hun opbrengst afstaan aan de heer.
Bossen, moerassen en rivieren
Leveren hout, noten, wild en vis op.
Alle opbrengsten zijn voor de domeinheer.
Woeste gronden
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer (de heer)
De heer geeft
Bescherming
Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
Deel van oogst
Herendiensten
Horigen
Pacht
Werkzaamheden die horigen voor de heer moesten doen.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Uit welke delen bestond een domein?
Slide 29 - Open question
Leg in je eigen woorden uit wat het hofstelsel inhield