een Duitse luister tekst begrijpen en meerkeuze vragen beantwoorden.
de regel van het bijvoeglijk naamwoord, de werkwoorden met naamvallen en de vertaling van naar/bij herhalen en toepassen in de opdrachten van Lektion 3.
door middel van een werkvorm Duitse leesteksten begrijpen en meerkeuzevragen beantwoorden.
Slide 3 - Slide
Grammatik Sätze
1. Kann man hier irgendwo ein…. schön......Auto (O) mieten.
2. Sie machen ein…. zufrieden.... Eindruck (M).
3. Ich lese nicht weiter, d…..... klein..... Artikel (M) ist langweilig.
Slide 4 - Slide
naklar.secure.malmberg.nl
Slide 5 - Link
Grammatik
Wiederholung
Slide 6 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 7 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
De grote man rijdt in een kleine auto.
Der große Mann fährt ein kleines Auto.
Slide 8 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Der Film ist schön - der schöneFilm
Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
In het Duits worden deze woorden net zoals de lidwoorden ook vervoegd
Adjektivdeklination
Slide 9 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
der große Mann die große Frau das große Kind die großen Kinder
dem großen Mann der großen Frau dem großen Kind den großen Kindern
den großen Mann die große Frau das große Kind die großen Kinde
Het sleutel schema
Adjektivdeklination
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
ein großer Mann eine große Frau ein großes Kind keine großen Kinder
einem großen Mann einer großen Frau einem großen Kind keinen großen Kindern
einen großen Mann eine große Frau ein großes Kind keine großen Kinder
Der-
Ein-
1e
3e
4e
1er
3e
4e
Slide 10 - Slide
Werkwoorden met naamvallen
Derde naamval
Vierde naamval
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht: 1 t/m 3 Lektion 3 Kapitel 5
1, 3 en 5a Lektion 4 Kapitel 5
Vind je het lastig? Kijk in je handboekje
Ben je klaar?
Grammatica trainer
Slide 13 - Slide
Arbeitsform Lesen
Jullie werken samen in groepjes
Spreek af welk groepslid loopt om de antwoorden te controleren en een kaart/ nieuwe tekst te halen.
Let op: hoe meer opdrachten goed, hoe meer kaarten
jullie mogen pakken. Snelheid is dus niet altijd beter!
Slide 14 - Slide
Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....
een Duitse luister tekst begrijpen en meerkeuze vragen beantwoorden.
de regel van het bijvoeglijk naamwoord, de werkwoorden met naamvallen en de vertaling van naar/bij herhalen en toepassen in de opdrachten van Lektion 3.
door middel van een werkvorm Duitse leesteksten begrijpen en meerkeuzevragen beantwoorden.