3Mcgs - 12 jan

3MCgs - Woensdag 12 januari
Nodig:
- Etui
- Schrift
- Boek blz. 122
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3MCgs - Woensdag 12 januari
Nodig:
- Etui
- Schrift
- Boek blz. 122

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Hoofdstuk 4
  • Uitleg §4.1
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

 H4 "De Tweede Wereldoorlog"
§4.1 - Een wereldoorlog
§4.2 - Burgers in de oorlog
§4.3  - De holocaust
§4.4 - De wereld van Anne Frank
 H4 "De Tweede Wereldoorlog"

Slide 3 - Slide

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
NIEUW
§4.1 'Een wereldoorlog'

Slide 4 - Slide

Van wanneer tot wanneer duurde de Eerste Wereldoorlog?

Slide 5 - Open question

In welk jaar werd het Verdrag van Versailles getekend?

Slide 6 - Open question


Vrede van Versailles
1919




  • In het Franse paleis Versailles wordt onderhandeld over het vredesverdrag.
  • Duitsland is hierbij niet aanwezig. 

Slide 7 - Slide

Verdrag van Versailles
Duitsland krijgt de schuld van de Eerste Wereldoorlog. De straffen zijn ...
Gebiedsverlies:
  • Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)
Herstelbetalingen:
  • Duitsland moet de schade van de oorlog betalen. 
Ontwapening:
  • Duitsland mag een klein leger houden. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vóór...
...na

Slide 10 - Slide




Verdrag?! Dictaat!




In Duitsland is grote onvrede en spreekt men
liever van het Dictaat van Versailles

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is de dolkstootlegende?
A
Complottheorie dat de Duitsers de oorlog niet hadden verloren als ze door hadden gevochten
B
Complottheorie dat de Duitse legerleiding ontvoerd was door de Fransen
C
Complottheorie dat de Duitse ministers de vrede sloten zonder overleg met de legerleiding
D
Complottheorie dat de Duitse legerleiding de vrede had getekend zonder overleg met de Duitse Keizer

Slide 13 - Quiz

Dolkstootlegende
  • Een groep Duisters konden het einde van de oorlog moeilijk accepteren.
  • De nieuwe regering had de legerleiding onder druk gezet om de wapenstilstand te tekenen. 
  • Ook voor hem kwam het verlies niet door de soldaten, maar door het verraad van de politieke machthebbers, joden en communisten (Dolkstootlegende)

Slide 14 - Slide

Duitsland 
1919 - 1929
  • Na WOI is het onrustig in Duitsland.
  • Mensen zijn ontevreden over het bestuur van Duitsland.
  • Ontevredenheid --> extreme groepen meer aanhang, bijvoorbeeld extreem rechts en communisten. Zij plegen aanslagen. 
  • Daarnaast gaat het niet altijd goed met de economie. Duitsland kan niet altijd de de herstelbetalingen betalen. 

Slide 15 - Slide

Vanaf 1924 steunen de Amerikanen de Duitse economie met het Dawesplan. Het gaat weer beter met de economie en het wordt rustiger in Duitsland. 

Slide 16 - Slide

Economische crisis
1929
Zwarte donderdag
24 oktober 1929
  • De Amerikaanse beurs stortte in, mensen die aandelen hadden raakte alles kwijt. 
  • Amerika wilde de leningen van het Dawesplan terug.

GEVOLG = meer onrust, dus meer aanhang extreme groepen zoals NSDAP.

Slide 17 - Slide

Wat betekent NSDAP?
A
Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Partij
B
Nationaal-Socialistische Democratische Arbeiders Partij
C
Nationaal-Socialistische Duitse Arische Partij
D
Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiders Politiek

Slide 18 - Quiz

Kenmerken nationaalsocialisme
  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Antidemocratisch
  • Eén leider principe
  • De staat is belangrijker dan het individu
  • Racistisch

Slide 19 - Slide

Een kenmerk van de NSDAP was antisemitisme.
Wat is antisemitisme?
A
Haat tegen de Joden
B
Haat tegen de communisten
C
Tegen een democratie
D
Tegen de Fransen

Slide 20 - Quiz

Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking is met andere partijen.
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is.
D
...die voor vrije verkiezingen is.

Slide 21 - Quiz

Kenmerken fascisme 
Italië
Benito Mussolini 

  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Antidemocratisch
  • Eén leider principe
  • De staat is belangrijker dan het individu

Slide 22 - Slide

Groei populariteit NSDAP


  • Hitler beloof de Duisters eten en werk.
  • In 1933 wordt Hitler tot Rijkskanselier verkozen. 
  • Na een brand in het bestuursgebouw van Duitsland (Rijksdag) wordt de noodtoestand uitgeroepen. Hitler mag in zijn eentje beslissingen nemen. 
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij
Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterparte
NAZI

Slide 23 - Slide

De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de asmogendheden.
Welk land hoorde bij welke kant? Eentje is al ingevuld.
Asmogendheden
Geallieerden

Slide 24 - Drag question

Huiswerk


Maken: 
  • INTO H4 opdr. 3 en 4
  • Test je voorkennis H4 
Vrijdag 14 januari - 7e uur
(Boek blz. 124 en 125)

Slide 25 - Slide