We beginnen opdracht 2 gezamenlijk
Wat: Maak opdracht 2 en 3, blz. 22 en 23
Hoe: je gaat de eerste 10 minuten zelfstandig aan het werk, daarna mag je fluisterend met je buur overleggen.
Tijd: je hebt 20 minuten de tijd
Hulp: heb je een vraag, dan steek je je vinger op dan kom ik je helpen.
Klaar: Vraag dan het antwoordboekje, controleer en verbeter je antwoorden bij fouten.
Niet af, dan is de rest je huiswerk voor morgen.