NUN 1F-2F 1.1 Theorie Aantrekkelijk spreken, woordsoorten-oefening

les-informatie
lesdoel   oefenen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek  B   p.8
             1.1 Aantrekkelijk spreken    

auteur   MB
datum   sept 2021

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

les-informatie
lesdoel   oefenen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek  B   p.8
             1.1 Aantrekkelijk spreken    

auteur   MB
datum   sept 2021

Slide 1 - Slide

info
gemaakt om woordsoorten in te oefenen in combinatie met herhaling van de theorie van het boek NUN 1F-2F-B p.8 1.1. Aantrekkelijk spreken
zie volgende scherm

Slide 2 - Slide

grammatica: woordsoorten
De drie belangrijkste woordsoorten zijn:
- werkwoorden: wat iemand doet
presenteren, hebben, zijn, maken, mogen, vinden
- zelfstandig naamwoorden: een ding, een persoon
de presentatie, het publiek, het gebaar, de aandacht
- bijvoeglijk naamwoorden: geeft info bij een z.n.
mooi, belangstellende, rustige, nieuwsgierige

Slide 3 - Slide

Een aantrekkelijke presentatie heeft niet alleen te maken met een interessante inhoud.
aantrekkelijke
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz

Een aantrekkelijke presentatie heeft niet alleen te maken met een interessante inhoud.
presentatie
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Een aantrekkelijke presentatie heeft niet alleen te maken met een interessante inhoud.
heeft
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Een aantrekkelijke presentatie heeft niet alleen te maken met een interessante inhoud.
interessante
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Een aantrekkelijke presentatie heeft niet alleen te maken met een interessante inhoud.
inhoud
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz

Ook een positieve manier van presenteren is belangrijk.
positieve
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Ook een positieve manier van presenteren is belangrijk.
manier
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quiz

Ook een positieve manier van presenteren is belangrijk.
is
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quiz

De luisteraars vinden het prettig als je ontspannen bent.
luisteraars
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz

De luisteraars vinden het prettig als je ontspannen bent.
vinden
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

De luisteraars vinden het prettig als je ontspannen bent.

bent
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz

Een goede voorbereiding is belangrijk voor een duidelijk contact met het publiek.
goede
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz

Een goede voorbereiding is belangrijk voor een duidelijk contact met het publiek.
voorbereiding
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Een goede voorbereiding is belangrijk voor een duidelijk contact met het publiek.
duidelijk
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quiz

Een goede voorbereiding is belangrijk voor een duidelijk contact met het publiek.
contact
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Quiz

Een goede voorbereiding is belangrijk voor een duidelijk contact met het publiek.
publiek
timer
1:00
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 19 - Quiz