- je kent de verschillende winterfeesten die in de paragraaf worden genoemd.
- je kent het ontstaan, verhalen, symbolen, gebruiken en betekenissen van de winterfeesten.
- je kunt beschrijven wat magische rituelen zijn en hiervan voorbeelden geven.
- je kunt uitleggen welke betekenis "licht" heeft in winterfeesten.
- je kent de verschillende invloeden op ons (huidige) kerstfeest.