Klaar? Maak alvast: Thema 8, blok 1: 3, 5, 6, 7, 8, 11 en 13.
15, 16, 17, 21 en 22.
Slide 17 - Slide
Napoleon
1799: Napoleon aan de macht in Frankrijk.
Hij veroverde een groot deel van Europa.
Napoleon zorgde ervoor dat de landen binnen zijn rijk goed georganiseerd werden. --> wetboek: Code Napoleon
In 1815 werd Napoleon verslagen. --> De Fransen trokken zich terug uit Nederland.
Slide 18 - Slide
Nederland krijgt een grondwet
Na het vertrek van Napoleon in 1815 krijgt Nederland een koning: koning Willem I.
De koning had erg veel macht.
1848: Nieuwe grondwet in Nederland: koning minder macht, volk meer macht.
Politicus Thobecke schrijft in 1848 de nieuwe grondwet
Slide 19 - Slide
0
Slide 20 - Video
Een machtige koning
De Franse koning Lodewijk XIV was in de 17e eeuw de machtigste koning van Europa. Hij wilde meer macht en meer geld
Hij was een absoluut vorst = de koning heeft alle macht heeft en hij heeft die macht van God gekregen.
Slide 21 - Slide
Standenmaatschappij
De mensen waren verdeeld in drie standen:
1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers
Spotprent
De derde stand draagt de lasten van de geestelijkheid en de adel. De derde betaalt belasting, terwijl de eerste en tweede stand dit niet hoeven doen.
Slide 22 - Slide
Standenmaatschappij
Frankrijk was in de zeventiende eeuw een standenmaatschappij.
Er waren drie standen:
Eerste stand = geestelijken
Tweede stand = edelen
Derde stand = boeren en burgers
Slide 23 - Slide
De taken en rollen van de standen
Eerste stand => geestelijken
bidden, contact met God.
Tweede stand = edelen
Het land besturen, recht spreken en de eerste en derde stand beschermen.
Derde stand = boeren en burgers
Werken/ voedsel verbouwen en belasting betalen.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Les 2 Wat zijn de leerdoelen?
Je kan uitleggen waarom Lodewijk XIV (de 14e) zo machtig was en hoe hij Frankrijk bestuurde.
Je kan uitleggen wat absolutisme is en hier twee kenmerken van noemen;
Je kan uitleggen wat de standenmaatschappij inhield en welke taak elke stand had.
Je uitleggen waarom boeren en burgers in Frankrijk steeds ontevredener werden in de 18e eeuw.
Je kan twee ideeën van de Verlichting beschrijven en de kritiek van de Verlichtingsdenkers op het absolutisme en de standenmaatschappij beschrijven.
Tip: Vind je Open Vragen beantwoorden lastig? Maak dan een samenvatting met deze doelen. Dan ben je tiptop voorbereid!
Slide 26 - Slide
Standenmaatschappij
Frankrijk was in de zeventiende eeuw een standenmaatschappij.
Er waren drie standen:
Eerste stand = geestelijken
Tweede stand = edelen
Derde stand = boeren en burgers
Slide 27 - Slide
De taken en rollen van de standen
Eerste stand => geestelijken
bidden, contact met God.
Tweede stand = edelen
Het land besturen, recht spreken en de eerste en derde stand beschermen.
Derde stand = boeren en burgers
Werken/ voedsel verbouwen en belasting betalen.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Weg met de koning!
In de chaos nemen de burgers nemen de regering over:
De standenmaatschappij wordt afgeschaft
Er wordt een grondwet gemaakt.
Er komt democratie.
Alle veranderingen samen noemen we de Franse Revolutie = snelle en totale verandering.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Programma
Thema 8 Blok 1 les 3 Franse volk eist vrijheid.
Check in duo's
Uitleg + video's
Opdrachten
Evalueren
Slide 32 - Slide
Check in Duo's: blok 1 franse volk eist vrijheid
Je gaat eerst individueel deze vier vragen beantwoorden. Noteer dit in je schrift of op je ipad
Daarna vergelijk je de antwoorden met je buurman/buurvrouw en kom je tot een gezamenlijk antwoord bij vraag 1, 2 en 3. De laatste vraag is meer een meningsvraag en kun je het eens of oneens met elkaar zijn.
Uit welke drie standen bestond de standenmaatschappij?
Wat waren de verschillen in rechten en plichten van de drie standen?
Waarom had Nederland toen geen standenmaatschappij?
Is er nog iets terug te zien van een standenmaatschappij in Nederland? Of is iedereen gelijk? Waarom vind je dat wel of niet? Beargumenteer je keuze
timer
10:00
Slide 33 - Slide
https:
Slide 34 - Link
Revolutie in Nederland
De Fransen vinden dat er in andere landen ook revoluties moeten komen.
1795: Frankrijk valt NL binnen.
Veranderingen in Nederland:
Regering werd verjaagd
Er komt een grondwet
Afschaffing standen
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Napoleon
1799: Napoleon aan de macht in Frankrijk.
Hij veroverde een groot deel van Europa.
Napoleon zorgde ervoor dat de landen binnen zijn rijk goed georganiseerd werden. --> wetboek: Code Napoleon
In 1815 werd Napoleon verslagen. --> De Fransen trokken zich terug uit Nederland.
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
Nederland krijgt een grondwet
Na het vertrek van Napoleon in 1815 krijgt Nederland een koning: koning Willem I.
De koning had erg veel macht.
1848: Nieuwe grondwet in Nederland: koning minder macht, volk meer macht.
Politicus Thobecke schrijft in 1848 de nieuwe grondwet
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Video
Hoe ziet de grondwet eruit na 1848? Voorgesteld door Thorbecke
Slide 41 - Open question
Opdrachten
Klaar. Blok 2 lezen en maken : 1, 4, 5, 9, 10, 12
Nakijken vragen blok 1 (zie studiewijzer voor antwoordenboek)
Slide 42 - Slide
Noteer in een zin wat je deze les geleerd hebt?
Slide 43 - Open question
Noteer in een zin wat je deze les nog niet zo goed begrepen hebt
Slide 44 - Open question
Slide 45 - Video
Wat hebben wij in Nederland overgehouden van de Franse tijd?
Slide 46 - Open question
Doorgeefvragen
Leerlingen vormen groepjes van drie.
Elke leerling krijgt een werkblad. Elke leerling bedenkt een onderwerp waarover een vraag moet worden bedacht. Bestudeer lesboek thema 7 blok 1 t/m blok 4.
Daarna wordt het blad doorgegeven aan de volgende leerling. Deze bedenkt een vraag bij het ingevulde onderwerp.
Weer wordt het blad doorgegeven. De derde leerling vult het antwoord in.
Tenslotte wordt het blad teruggegeven aan de eigenaar. De oplossingen
(vragen en antwoorden) worden in het drietal besproken.
timer
13:00
Slide 47 - Slide
Thema 8: Hoe vrij ben jij?
Blok 1, les 3: Franse volk eist vrijheid
Deelvraag:Leidde de Franse Revolutie tot meer vrijheid?