This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Ik ken de voorzetsels met de 3e naamval
Ik ken de voorzetsels met de 4e naamval
Ik ken de keuzevoorzetsels
Ik kan de zin ontleden (onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp)
Je gaat straks stap voor stap kijken hoe je bij de juiste naamval uitkomt.