1. De leerlingen begrijpen wat de vitale functies zijn van het menselijk lichaam (denkniveau van Bloom: begrijpen).
2. De leerlingen kunnen de reanimatietechnieken toepassen bij een volwassene (denkniveau van Bloom: toepassen).
3. De leerlingen kunnen een zuigeling, kind en volwassene onderscheiden tijdens een reanimatie (denkniveau van Bloom: analyseren).
4. De leerlingen kennen de verschillende stappen bij het toepassen van BLS (denkniveau van Bloom: onthouden).
5. De leerlingen kennen de verschillende delen van het hart (denkniveau van Bloom: onthouden).
6. De leerlingen onderscheiden een hartstilstand of ademhalingsstilstand (denkniveau van Bloom: analyseren).
7. De leerlingen kennen de flowchart van BLS (denkniveau van Bloom: onthouden).