What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Formatieve toets examenidioom H1 tm H10
Formatieve toets examenidioom H1 tm H15
1 / 54
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
This lesson contains
54 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Formatieve toets examenidioom H1 tm H15
Slide 1 - Slide
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
1 Ils n’ont pas voulu (gâter) leurs enfants.
Slide 2 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
2 Elle m’a (confié) un grand secret.
Slide 3 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
3 Elle a eu beaucoup de (chagrin) après le divorce de ses parents.
Slide 4 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
4 Après la mort de leur fille unique les parents étaient plongés dans (le deuil).
Slide 5 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
5 Son plus grand (désir) est qu’on la laisse tranquille.
Slide 6 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
6 Il trouve souvent (un prétexte) pour ne pas faire son devoir.
Slide 7 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
7 Ma copine veut toujours (obtenir) de bonnes notes.
Slide 8 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
8 Elle a opté pour (une filière) peu courante.
Slide 9 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
9 Il est un peu (bavard).
Slide 10 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
10 Le petit Gérard est considéré comme un élève (précoce).
Slide 11 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
11 Il va certainement encore (grossir) et il pèse déjà plus de 80 kilos.
Slide 12 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
12 Je n’aime pas (le goût) de cette sauce.
Slide 13 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
13 Il faut toujours mettre de (l’huile) sur la salade.
Slide 14 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
14 Sur le panneau on lisait « plats à (emporter) ».
Slide 15 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
15 Elle a pris (une gorgée) d’eau.
Slide 16 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
16 Il a été traité avec (mépris) parce qu’il était lâche.
Slide 17 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
17 Je ne peux pas (approuver) son attitude envers nous.
Slide 18 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
18 Il ne faut pas être si (méfiant).
Slide 19 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
19 Votre proposition ne me (convient) pas.
Slide 20 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
20 Le proviseur nous a accordé une grande (faveur).
Slide 21 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
21 Personne n’a pu prévoir (l’ampleur) de cette catastrophe.
Slide 22 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
22 Ce peintre (mérite) d’être reconnu par les critiques.
Slide 23 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
23 Le nombre des victimes de la route semble (diminuer).
Slide 24 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
24 Tu as vu sa jambe blessée ? (Epouvantable) !
Slide 25 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
25 (Bref), je déteste vos mauvaises habitudes !
Slide 26 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
26 La tempête a fait de grands (dégâts).
Slide 27 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
27 Manger cette plante peut être (mortel).
Slide 28 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
28 Cette région est presque (inaccessible).
Slide 29 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
29 D’ici on peut voir (le sommet).
Slide 30 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
30 (Un orage) violent a éclaté dans les Ardennes.
Slide 31 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
31 Prendre (les transports en commun) est une bonne habitude.
Slide 32 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
32 La SNCF, c’est quoi ? Oh, ce sont (les chemins de fer) en France.
Slide 33 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
33 Il y a (une déviation) à cause des travaux.
Slide 34 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
34 J’ai bien préparé mon (itinéaire) était moins de trente mètres.
Slide 35 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
35 Après (l’atterrissage) tout le monde devait rester assis.
Slide 36 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
36 Les autoroutes en France sont le plus souvent des autoroutes à (péage).
Slide 37 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
37 Nous avons dû nous arrêter pour laisser passer (un cortège) funèbre.
Slide 38 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
38 Notre club a (remporté) une belle victoire.
Slide 39 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
39 Notre équipe a subi (une défaite).
Slide 40 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
40 Elle a renoncé après la deuxième (tentative) de record.
Slide 41 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
41 Un entraînement trop dur peut (provoquer) des blessures.
Slide 42 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
42 Participer à un marathon peut être un vrai (défi).
Slide 43 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
43 Il a fait cela à l’aide d’un (logiciel) spécialement conçu à cet effet.
Slide 44 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
44 Elle adore (naviguer) sur le Web.
Slide 45 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
45 On n’a pas l’intention de (télécharger) ce texte.
Slide 46 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
46 (Un écran) français permet de trouver tout de suite des accents.
Slide 47 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
47 Je connais des (internautes) qui passent des heures devant leur écran.
Slide 48 - Open question
Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.
48 Je ne le vois jamais travailler. Tu crois qu’il est (paresseux) ?
Slide 49 - Open question
La ... de cette entreprise était très mauvaise.
A
gestion
B
montant
C
richesse
D
prêt
Slide 50 - Quiz
Il ... vraiment son metier!
A
distingue
B
application
C
signale
D
maîtrise
Slide 51 - Quiz
Attention! Il s'agit d'une maladie ... .
A
cause
B
saine
C
contagieuse
D
repos
Slide 52 - Quiz
A notre ... l'écologie est importante.
A
époque
B
récolte
C
menace
D
sol
Slide 53 - Quiz
La police est ... pour calmer les manifestants.
A
intervenue
B
rejoindre
C
persuadés
D
attaché
Slide 54 - Quiz
More lessons like this
Vincent van Gogh : réalité ou fiction
April 2021
- Lesson with
35 slides
by
Van Gogh Museum
Arts
Histoire-Géographie
Enseignement Secondaire
Van Gogh Museum
Formatieve toets examenidioom H1 tm H10
October 2022
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
Formatieve toets examenidioom H1 tm H10
January 2024
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
Formatieve toets examenidioom H1 tm H10
October 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
Vincent van Gogh: << La moisson >> à la loupe
March 2020
- Lesson with
12 slides
by
Van Gogh Museum
Arts
Histoire-Géographie
Enseignement Primaire
Enseignement Secondaire
l'âge 11-13
Van Gogh Museum
Sentiments peints
April 2021
- Lesson with
13 slides
by
Van Gogh Museum
Arts
Enseignement Secondaire
l'âge 12,13
Van Gogh Museum
Petit Prince (1)
May 2020
- Lesson with
24 slides
Frans
Secundair onderwijs
Chapitre 4 2VWO herh. Chapitre 1, 2 et 3
March 2024
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2