Mevrouw Peters is 48 jaar, heeft een partner. Samen hebben ze twee kinderen, Bas (20 jaar) en Elise (18 jaar). Beide studeren ze aan een vervolgopleiding en wonen nog thuis. Mevrouw is ernstig ziek, wordt thuis verpleegd door thuiszorg en de directe naasten helpen waar mogelijk. Ze wordt behandeld vanwege borstkanker in haar linkerborst, in een gevorderd stadium (stadium III). Er zijn lymfekliermetastasen in de oksel ontdekt.
Onlangs is er gestart met chemotherapie, hierdoor heeft ze veel lichamelijke klachten. Mevrouw ligt veel op bed en is erg moe. Door de chemotherapie is mevrouw erg misselijk, houdt voeding niet binnen en heeft weinig eetlust. Hierdoor is mevrouw de afgelopen weken afgevallen.
Doordat mevrouw dagen op bed ligt, is ze decubitus aan het ontwikkelen. Op haar lichaam zijn drukplekken zichtbaar die vergelijkbaar zijn met fase 1 classificatie decubitus.
De arts heeft afgelopen week verteld dat genezing onwaarschijnlijk is. Hierdoor heeft ze ook geestelijke klachten ontwikkeld. Ze maakt zich erg zorgen over de toekomst van haar gezin. En wat haar allemaal nog te wachten staat. Ze maakt een machteloze indruk en geeft aan dat ze het lastig vindt om het erover te hebben binnen het gezin. Beide kinderen praten er weinig over en tonen nauwelijks emoties. Iedereen binnen het gezin vindt het lastig om met elkaars emotie om te gaan.