MAF 1.3 week 2 hoofdstuk 8 WW

Hoofdstuk 8: De WW
De Werkloosheidswet

  • De student kan een omschrijving geven van het begrip “werkloos”
  • De student kan aangeven wat het kan betekenen voor iemand om werkloos te worden.
  • De student kan de vijf voorwaarden benoemen om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering via het UWV.
  • De student kan aan de hand van enkele casussen vaststellen of iemand werkloos is volgens het UWV.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
MAFMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8: De WW
De Werkloosheidswet

  • De student kan een omschrijving geven van het begrip “werkloos”
  • De student kan aangeven wat het kan betekenen voor iemand om werkloos te worden.
  • De student kan de vijf voorwaarden benoemen om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering via het UWV.
  • De student kan aan de hand van enkele casussen vaststellen of iemand werkloos is volgens het UWV.

Slide 1 - Slide

Maar eerst...
* Zorg voor pen en papier of een laptop
* Deze heb je nodig om de opdrachten te maken
* Maar gebruik het ook om aantekeningen te maken
* Zo blijf je beter "bij de les""
* En weet je ook sneller wat je hebt gemist 

Slide 2 - Slide

De gevolgen van werkloosheid voor een individu?

- Sociaal
- Emotioneel / zelfbeeld
- Financieel
- Ontwikkeling en ontplooiing

Je krijgt 5 minuten de tijd om zoveel mogelijk op te schrijven. 


Slide 3 - Slide

Dus nu: 
  1. Schrijf de 4 deelgebieden ergens op
  2. Je krijgt 5 minuten om per deelgebied zoveel mogelijk gevolgen te noemen
  3. Wees duidelijk: dus niet alleen: minder geld, maar leg uit hoe dat zit en welke gevolgen dit heeft.
  4. Over 5 minuten bespreken

Slide 4 - Slide

De Werkloosheidswet (WW) 
Beschermt tegen het risico van inkomensverlies van werkloosheid

Dus: voorkomt grote inkomensterugval op korte termijn

Uitvoeringsinstantie: UWV 

Slide 5 - Slide

Wanneer heb je recht op een WW-uitkering? 
Als je bent verzekerd voor de WW
Dit is een verplichte verzekering voor alle werknemers.
Dus voor: iedereen die in loondienst werkt. 
Maar ook: 
- Ambtenaren (overheid)
- Personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering
- Flexwerkers en uitzendkrachten

Slide 6 - Slide

Verplichte verzekering? 
Wie hebben (dus) geen verplichte verzekering? 
- Ondernemers
- Zelfstandigen zonder personeel (ZZP)

Het is niet mogelijk om je vrijwillig voor de WW  bij het UWV te verzekeren.

Slide 7 - Slide

Wie is NIET verzekerd voor de WW?
A
Zelfstandig kapster
B
Docent die werkt via het uitzendbureau
C
Jongerenwerker met tijdelijk contract
D
Oproepkracht in het ziekenhuis

Slide 8 - Quiz

Wie is ook NIET verzekerd voor de WW?
A
Oproepkracht in het ziekenhuis
B
Huishoudelijk personeel dat 4 dagen op dezelfde plek werkt
C
Jongerenwerker met tijdelijk contract
D
Stagiair

Slide 9 - Quiz

Er zijn 2 soorten WW uitkering
1. De basisuitkering: 
Maximaal 3 maanden 
De eerste twee maanden 75% van het laatstverdiende loon
De derde maand 70% van het laatstverdiende loon
2. De verlengde uitkering: 
Maximaal 24 maanden
70 % van het laatstverdiende loon (= wat de laatste 12 maanden voor de werkeloosheid gemiddeld is verdiend)

Maximaal krijg je bij beiden het maximumdagloon van € 256,54 (in 2023).         Waarom een max? 

Slide 10 - Slide

Voorwaarden voor een WW uitkering? 
1. Werkloos 
2. Urenverlies en Loonverlies
3. Beschikbaar voor werk
4. Wekeneis (je moet minimaal 26 van afgelopen 36 weken hebben gewerkt) 
5. Vier-uit-vijf eis (de werknemer heeft in 4 van de 5 laatste jaren loon ontvangen, is van belang voor de verlengde uitkering) 

Slide 11 - Slide

Uitsluitingsgronden 
Het kan zijn dat iemand aan alle voorwaarden voldoet en toch geen WW krijgt of de uitkering wordt stopgezet, omdat er sprake is van een uitsluitingsgrond:

De werknemer wordt ziek en heeft recht op de ZW of WIA, gaat zonder overleg met het UWV op vakantie, vertrekt naar het buitenland, zit in de gevangenis, gaat met pensioen of heeft geen geldige verblijfsvergunning

Slide 12 - Slide

1. Urenverlies? 
  • Minimaal 5 uur per week ontslagen worden 
  • Tenzij je minder dan 10 uur werkte: dan minimaal de helft kwijtraken
  • Gekeken wordt naar het gemiddelde van de laatste 26 weken (= 6 maanden= een half jaar) en dat wordt vergeleken met aantal uren op de eerste dag van de werkloosheid

Slide 13 - Slide

Nurdin werkt de laatste drie jaar 14 uur bij de ene baas en 6 uur bij de andere baas. Bij deze laatste verliest hij 4 uur.

Is hij werkloos in de zin van de WW?

Slide 14 - Open question

Goede antwoord: Nee, want
Nurdin werkt in totaal 20 uur. Hij is werkloos volgens de omschrijving van de
WW als hij minstens 5 uur verliest. Dat is niet het geval. Hij is niet werkloos.

Slide 15 - Slide

Ine werkt 6 uur in loondienst en daarnaast 20 uur als zelfstandige. Ze verliest 4 van de 6 uur in loondienst.
Is zij werkloos in de zin van de WW?
Vul alleen ja of nee in.

Slide 16 - Open question

De wekeneis (referte-eis) 
De werknemer heeft in de periode voor zijn werkloosheid 26 van de 36 weken in loondienst gewerkt. 

Periode waarin je ziek bent geweest telt niet mee.
Hoe berekenen? Terugtellen. 26 weken = een half jaar! 

Voldoe je hier aan? Dan krijg je in ieder geval de basisuitkering


Slide 17 - Slide

Check: hoelang duurt de basisuitkering en hoe hoog is deze?

Slide 18 - Open question

Ga bij de volgende casussen na of er recht bestaat op een basisuitkering. Zo ja, hoe hoog is die uitkering?

1. Nataly had vanaf 01-01-2022 werk voor 36 uur per week . Ze werd volledig werkloos per 01-08-2022. Ze verdiende € 2.100,- per maand.
2. Harry heeft fulltime gewerkt van 01-01-2022 tot 01-03-2022 en van 01-07-2022 tot 01-10-2022. Hij verdiende € 1.800,- per maand.
3. Johnny heeft 20 uur gewerkt van 01-08-2021 tot 01-11-2022. Van 01-04-2022 tot 01-10-2022 was hij ziek en heeft toen niet kunnen werken. Hij verdiende € 1.200,- per maand.

Tijd:  10 minuten
Mag in kleine groepen 

Slide 19 - Slide

1. Nataly had vanaf 01-01-2021 werk voor 36 uur per week . Ze werd volledig werkloos per 01-08-2021. Ze verdiende € 2.100,- per maand.

Slide 20 - Open question

2. Harry heeft fulltime gewerkt van 01-01-2021 tot 01-03-2021 en van 01-07-2021 tot 01-10-2021. Hij verdiende € 1.800,- per maand.

Slide 21 - Open question

3. Johnny heeft 20 uur gewerkt van 01-08-2020 tot 01-11-2021. Van 01-04-2021 tot 01-10-2021 was hij ziek en heeft toen niet kunnen werken. Hij verdiende € 1.200,- per maand.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Link

Hoelang duurt de verlengde uitkering maximaal?
A
12 maanden
B
16 maanden
C
24 maanden
D
36 maanden

Slide 24 - Quiz

rekenhulp: 
https://www.uwv.nl/particulieren/rekenhulpen/hoe-lang-duurt-mijn-ww-uitkering/index.aspx

Hier kun je berekenen hoelang je verlengde uitkering duurt. 


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Ga bij de volgende casus na of er recht bestaat op een verlengde uitkering. Zo ja, hoe lang krijg je die uitkering? 
1. Pjotr heeft recht op WW. Hij werkt sinds februari 2013 bij Heineken. Dit was zijn eerste baan. Vanwege een reorganisatie raakt hij zijn baan kwijt per 1 april 2022.
   
2. Pieter heeft in oktober, november en december van 2021 gewerkt. Daarna viel het werk stil. In februari kon hij weer beginnen, waarna hij op 15 april weer moest stoppen.

3. Bereken hoelang je gewerkt moet hebben om over de maximale termijn van 24 maanden een uitkering te krijgen?

Tijd: 10 minuten
Mag in kleine groepen  

Slide 27 - Slide

1. Pjotr heeft recht op WW. Hij werkt sinds februari 2013 bij Heineken. Dit was zijn eerste baan. Vanwege een reorganisatie raakt hij zijn baan kwijt per 1 april 2022.

Slide 28 - Open question

2. Pieter heeft in oktober, november en december van 2021 gewerkt. Daarna viel het werk stil. In februari kon hij weer beginnen, waarna hij op 15 april weer moest stoppen.

Slide 29 - Open question

3. Bereken hoelang je gewerkt moet hebben om over de maximale termijn van 24 maanden een uitkering te krijgen?

Slide 30 - Open question