2Q Duitse les 19 mei

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Wil je inloggen bij de les? Zie de code.

Inhoud

1. afmaken huiswerk gisteren

2. uitleg grammatica Kapitel 6

3. filmpje kijken

4. opdrachten maken LessonUp

5. Quizlet over Kapitel 6 doen

Aufgabe 39 (S. 55)

Kijk goed naar de mail van Aufgabe 37. Haal de juiste zinnen er uit. Soms moet je iets uit de originele zinnen weglaten.

Aufgabe 39 (S. 55)

1 Wir sind neulich umgezogen.

2 …ein eigenes Zimmer im Dachgeschoss.

3 aber leider …

4 Sie steht auf dem Schreibtisch, gleich neben dem Computer.

5 In meinem Zimmer …

7 Liebe Grüße

Lydia

2. Grammatik Kapitel 6

We kijken naar de vervoeging van regelmatige werkwoorden.

Twee soorten:

- 'normale' werkwoorden

- werkwoorden met de stam op -d of -t

Open je boek op blz. 27.

spielen

ich              spiel e                               1. Wat is de stam?

du               spiel st                             2. Welke uitgang komt er bij es?

er/sie/es  spiel t                                3. Kun je een ezelsbruggetje

wir              spiel en                               van de uitgangen maken?

ihr               spiel t

sie/Sie      spiel en

Regels

Veel werkwoorden die we al zijn tegengekomen (singen, besuchen, hören, wohnen) vervoeg je net als spielen.

De uitgangen die achter elk persoonlijk voornaamwoord komen, kun je als (FE)ESTTENTEN onthouden.

Werkwoorden met stam op -d of -t

Sommige werkwoorden gaan net iets anders in de vervoeging.

Welke werkwoorden? 

Alle werkwoorden met een stam die eindigt op -d of -t

(reden, reiten, antworten, warten, etc.)

reden (=praten)

ICH                     RED E               Het ESTTENTEN deel is blauw                 

DU                      RED E ST         

ER/SIE/ES       RED E T            Welke persoonlijke voornaam-

WIR                    RED EN             woorden krijgen een extra -e?

IHR                     RED E T

SIE/SIE             RED EN              Waarom krijgen ze die extra -e?

reden (=praten)

Een extra e bij:

du

er/sie/es

ihr

Dit zorgt ervoor dat je het normaal uit kunt spreken.

3. Filmpje

Bekijk nu het filmpje dat bij Neue Kontakte online staat.

In de klas kijken we het gezamenlijk. 

Thuis kun je hem nu zelf kijken. Over maximaal 4 minuten kun je weer inloggen bij Teams.

Wat is de stam van het werkwoord 'spielen'?

Welke uitgang komt er achter de stam van spielen bij du?

Welk ezelsbruggetje kun je maken van alle uitgangen bij regelmatige werkwoorden zoals spielen?

1. HOPPAKEE
2. FESTIVALTENT
3. (FE)ESTTENTEN
4. VET COOL, JONGEREN!

Seit wann ... du?

1. reitet
2. reitest

Warum ... er nicht?

1. antwortet
2. antwortest
3. antworted
4. andworest

Tim und Laura ... nicht mehr mit mir.

1. reden
2. redet
3. red
4. redest

reden
... du gern über Geld?

antworten
Ich ... immer schnell im Chat.

reiten
Ich ... ein braunes Pony.

Was ... [kosten] eine Gitarre?

Meine Schwester ... [reiten] jeden Samstag.

Ihr ... [reden] nur über Fußball.

[warten] ... du bitte auf mich?

[finden] ... du, dass Rad fahren ein schönes Hobby ist?

[reden] ... Alex oft über sein Hobby?

Leren Kapitel 6 S.O.

- woordjes overschrijven

- slim stampen (NK online)

- oefentoets (NK online)

- opdrachten online maken (10 t/m 13)

- Wiederholung online maken (WHB)

Vragen over de leerstof? Zoek me op in Teams!

Ter afsluiting

Quizlet

Bekijk de woordenlijsten op blz. 26.

De vragen gaan daarover én over de ww spielen, antworten en reden.