Paragraaf 1.1b + 1.2a

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Pak je laptop en ga naar LessonUp

Paragraaf 1.1 en 1.2

Planning

Herhalen vorige les.

Uitleg theorie paragraaf 1.1b en 1.2a

Aan de slag.

Ruimtefiguren

bol

cilinder

kegel

piramide

balk

kubus

Welke ruimte figuur herken je hier?

1. Kubus
2. Balk
3. Piramide
4. Bol

Wat voor Ruimte figuur is dit?

1. Piramide
2. Kegel
3. Cirkel
4. Bol

Wat voor Ruimte figuur is dit?

1. Balk
2. Rechthoek
3. Kubus
4. Vierkant

Paragraaf 1.1b

Uitslagen

Uitslag

Van welke ruimte figuur is dit de bouwplaat?

1. Kubus
2. Balk
3. Ruit
4. Vierkant

Van welke ruimte figuur is dit de bouwplaat?

1. Bol
2. Cirkel
3. Balk
4. Cilinder

Van welke ruimte figuur is dit de uitslag?

1. Piramide
2. Driehoek
3. Viervlak
4. Geen enkel ruimtefiguur

Van welke ruimte figuur is dit de uitslag?

1. Huisje
2. Piramide
3. Kubus
4. Een vierzijdige piramide

Vierhoek

Eigenschappen:

- vier zijden.

Vierhoek

Eigenschappen:

- vier zijden.

- vier hoekpunten.

Vierhoek

Hoekpunten van deze vierhoek zijn A, B, C en D.

Deze schrijven we met hoofdletters.

Vierhoek

De zijden zijn:

AB, BC, CD en AD.

Vierhoek

Een vierhoek is een voorbeeld van een vlak figuur. 

Hoekpunten geven we aan met

1. Kleine letters
2. Hoofdletters
3. Getallen
4. Geven we geen naam.

Vierkant

• Een vierkant is een vlak figuur.

Vierkant

• Een vierkant is een vlak figuur.
• Een vierkant heeft 4 hoeken.

Vierkant

• Een vierkant is een vlak figuur.
• Een vierkant heeft 4 hoeken.
• Een vierkant heeft 4 zijden.

Vierkant

• Een vierkant is een vlak figuur.
• Een vierkant heeft 4 hoeken.
• Een vierkant heeft 4 zijden.
• Een vierkant heeft 4 rechte hoeken.

Vierkant

• Een vierkant is een vlak figuur.
• Een vierkant heeft 4 hoeken.
• Een vierkant heeft 4 zijden.
• Een vierkant heeft 4 rechte hoeken.
• Een vierkant heeft 4 even lange zijden.

Rechte hoek

Hoek van 90 graden

Even groot als de grote hoek van je geodriehoek.

Wat is geen eigenschap van een vierkant?

1. Heeft 4 even lange zijden.
2. Heeft 4 even lange zijden.
3. Is een vlak figuur.
4. Heeft 4 scheve zijden.

Hoe kan ik controleren of een hoek een rechte hoek is?

1. Met een liniaal.
2. Met de grote hoek van een geodriehoek.
3. Met een rekenmachine.
4. Kan je niet controleren.

Aan de slag

Maak de volgende opgaven:

H1.1 opgaven 6, 8, L2

H1.2 opgaven 13, 14, 15 en 16AB.

Eerste minuten in stilte! 

Straks gaan we met een volgend stuk verder, dus komen er ook opgaven bij. Alles wat niet af is wordt huiswerk.