14.2 De huid en het onderhuidse bindweefsel

14.2 Huid.            14.3. Ademhalingsstelsel.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

14.2 Huid.            14.3. Ademhalingsstelsel.

Slide 1 - Slide

De huid is het grootste orgaan van je lichaam

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Functies van de huid
Beschermt het lichaam tegen invloeden van buiten
(bv. UV, beschadigingen)
Houdt waterverlies tegen door verdamping

Slide 4 - Slide

De huid bestaat uit de opperhuid en de lederhuid

Slide 5 - Slide

De opperhuid
Bestaat uit de kiemlaag en de hoornlaag

Slide 6 - Slide

De opperhuid
Soms is de hoornlaag heel dik = EELT

Slide 7 - Slide

De opperhuid
Pigmentcellen in de kiemlaag voor bescherming tegen uv straling

Slide 8 - Slide

De opperhuid
haren in de huid zitten in een huidzakje en daaraan zit een talgkliertje, deze produceert talg (houdt de hoornlaag soepel)

Slide 9 - Slide

De lederhuid
Hier liggen bloedvaten, haarspiertjes, zweetklieren met zweetkanaaltjes, zintuigen en uitlopers van zenuwen

Slide 10 - Slide

De lederhuid

Slide 11 - Slide

Onderhuidse bindweefsel
Hier ligt vet opgeslagen in de vetcellen 
Vet dient als reservevoedsel en als isolerende laag

Slide 12 - Slide

Regeling van de lichaamstemperatuur
- minder of meer verbranding
- verwijden of vernauwen van de bloedvaten
- weinig of veel zweten
- haren 

Slide 13 - Slide

Ademhalingsstelsel
 het ademhalingsstelsel

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Gaswisseling
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide noem je gaswisseling.


Slide 16 - Slide

Gaswisseling
Het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide noem je gaswisseling.

Voor verbranding in cellen = zuurstof nodig. Dit wordt opgenomen uit de omgeving. Koolstofdioxide dat bij de verbranding ontstaat, is een afvalstof. Dit moet weer aan de omgeving worden afgegeven. 

Slide 17 - Slide

Hoe is het ademhalingsstelsel opgebouwd?
Je ademhalingsstelsel bestaat uit:
  • Neus-, mond-, keelholte
  • Luchtpijp
  • Bronchiën
  • Luchtpijptakjes
  • Longblaasjes

Slide 18 - Slide

Luchtpijp en bronchiën
  • Luchtpijp met kraakbeenringen
  • 2 Bronchiën met kraakbeenringen
  • Luchtpijptakjes zonder kraakbeenringen, wel spiertjes
  • bekleed met slijmvlies en trilhaarcellen om het slijm naar boven te vervoeren.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Neusholte

  • Neusharen: houden stofdeeltjes tegen
  • Neusslijmvlies: kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven kleven
  • Trilhaarcellen: verplaatsen slijm naar de keelholte

Slide 21 - Slide

longblaasjes
1. Veel longblaasjes

2. Dunne wand longblaasjes

3. Veel dunne haarvaten

4. O2 opname; CO2 afgifte

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Werktijd:

  • Opdrachten van 14.1, 14.2 en 14.3 (GT)
  • Opdrachten van 13.1, 13.2 en 13.3 (B)
  • Aftekenen HD 
  • Voorbereiden op CE

Slide 24 - Slide

Gaswisseling is het wisselen van koolstofdioxide en zuurstof.
Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunnen wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Slide 25 - Quiz

Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd

Slide 26 - Quiz

In welke stand staat de huig bij ademhalen?
En het strotklepje?
A
huig 1, strotklepje 1
B
huig 1, strotklepje 2
C
huig 2, strotklepje 1
D
huig 2, strotklepje 2

Slide 27 - Quiz

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 28 - Drag question

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Opperhuid

Slide 29 - Quiz

Het neusslijmvlies zuivert ingeademde lucht. Wat is een andere taak van het neusslijmvlies?
A
Het maken van bloeddeeltjes.
B
Het regelen van de groei.
C
Het vochtig maken van ingeademde lucht.

Slide 30 - Quiz

De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door _____
A
Zweet
B
Vocht
C
Talg
D
Slijm

Slide 31 - Quiz

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 32 - Drag question