Chapitre 5 les 5

Plan du cours
Lundi 15 Mars
Corrigez vos devoirs
Vocabulaire
Verbe Lire


Les devoirs
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Plan du cours
Lundi 15 Mars
Corrigez vos devoirs
Vocabulaire
Verbe Lire


Les devoirs

Slide 1 - Slide

Corrigez
Nakijken opdrachten 8c,d  9 et 10a, b WB

Slide 2 - Slide

Achternaam:
Leclercq
Voornaam:
Hugo
Artiestennaam:
Madeon
Geboorteplaats:
Nantes
Woonplaats:
Nantes
Beroep:
DJ

Slide 3 - Slide

Corrigez 8 d 
1 faux: hij heeft een concert gezien van Daft Punk op TV.   
2 faux: dat wilde hij al toen hij 10/11 jaar oud was. / Op zijn 16e begon hij al echt als DJ.  
3 vrai 
4 vrai 
5 faux: hij heeft een toetsenbord gekocht van zijn eerste verdiende geld.  
6 faux: hij heeft niets gewonnen bij de MTV Music Awards, hij heeft er opgetreden.  

Slide 4 - Slide

Corrigez 9
Met zijn eerste cheque heeft hij een toetsenbord gekocht dat hij nog steeds gebruikt. 
 (Je me suis acheté … je l’utilise encore)  
- Zijn eerste luxe aankoop was een iPhone. Ook die heeft hij nog in zijn bezit. 
  (C’était un iPhone … l’ai encore) 
  Voordat hij dat zei, grapte hij over het hebben van een jacht.  
  Dat hoeft hij waarschijnlijk niet te hebben. 

Slide 5 - Slide

Corrigez 10 a
1 A over de hele  
2 B vragen gesteld over 
3 B veel succes hebben 
4 B zo veel 
5 A geloof 
6 A het componeren 

Slide 6 - Slide

Corrigez 10b

1 donner un spectacle 
2 chaque 
3 le monde entier 
4 seulement 
5 le bonheur 

Slide 7 - Slide

We gaan kort de woordjes doornemen van blok A chapitre 5

Slide 8 - Slide

Vertaal:
ongelooflijk

Slide 9 - Open question

vertaal:
voorbereiden

Slide 10 - Open question

Vertaal:
meebrengen

Slide 11 - Open question

Vertaal:
zich vervelen

Slide 12 - Open question

vertaal:
te, te veel
A
souvent
B
par contre
C
rempli
D
trop

Slide 13 - Quiz


Vertaal:
vaak
A
trop
B
souvent
C
par contre
D
rempli

Slide 14 - Quiz

Imparfait

Slide 15 - Slide

Imparfait
* stam= nous vorm - ons
* uitgangen: ais-ais-ait-ions-iez-aient
* werkwoorden op er en ir

Slide 16 - Slide

De uitgangen

Slide 17 - Slide

Faites attention! 
- le verbe être est irrégulier, donc: 
j'étais
tu étais
il/elle/on était
nous étions
vous étiez
ils/elles étaient

Slide 18 - Slide

Comment vous _________ (passer) votre temps libre?
A
passiez
B
passions
C
passons
D
passez

Slide 19 - Quiz

Nous (aller) ________ souvent au cinéma

Slide 20 - Open question

Daniel (regarder) _____________ des films policiers.
A
regardais
B
regarde
C
regardes
D
regardait

Slide 21 - Quiz

Et toi, tu (jouer) ___________ de la batterie?

Slide 22 - Open question

kies de goede vorm
A
vous finirons
B
nous finons
C
nous finissons
D
vous finez

Slide 23 - Quiz

Vul in:
Il ... ( perdre/ imparfait)
A
perd
B
perdait
C
perds
D
a perdu

Slide 24 - Quiz

Nous (imparfait) ___
A
avons
B
avions
C
aivons
D
avoins

Slide 25 - Quiz

Choisis la bonne réponse !
mettre à l'imparfait
A
Pierre mettaient ses baskets
B
Pierre mettiez ses baskets
C
Pierre mettais ses baskets
D
Pierre mettait ses baskets

Slide 26 - Quiz

conjuguer le verbe "Lire"

Slide 27 - Slide

Werkwoord LIRE - Lezen



Leer het  in deze tijden:
Présent - Passé Composé - Imparfait - Futur Simple - Conditionnel
Présent

-s
-s
-t
-sons
-sez
-sent

LET OP: Passé Composé: -u

Slide 28 - Slide

Lire - Présent
(ik lees)

Je lis
Tu lis
Il/Elle/On lit

Nous lisons
Vous lisez
Ils/Elles lisent

lu - Passé Composé
(ik heb gelezen)

J' ai lu
Tu as lu
Il/Elle/On a lu

Nous avons lu
Vous avez lu
Ils/Elles ont lu

Slide 29 - Slide

Lire - Imparfait
(ik las)

Je lisais
Tu lisais
Il/Elle/On lisait

Nous lisions
Vous lisiez
Ils/Elles lisaient
Lire - Futur Simple
(ik zal lezen)

Je lirai
Tu liras
Il/Elle/On lira

Nous lirons
Vous lirez
Ils/Elles liront

Slide 30 - Slide

Et si tu montais un groupe? p 62 TB
Zoekend/scannend lezen 
Je leest niet de hele tekst, maar zoekt gericht de informatie die je nodig hebt. 

Kijk naar:
- Titels en tussenkopjes
- Andere gedrukte/cursieve woorden
- Let op opvallende tekens (euroteken, km, etc.)

Slide 31 - Slide

Les devoirs
Vendredi 19 Mars

Faire ex: 27 c et d p 28 WB
Apprendre: Vocabulaire B p 40 WB

Slide 32 - Slide