Unit 1, lesson 1 '22-'23

Today
  1. WRTS 
  2. Grammar uitleg: betrekkelijke voornaamwoorden
  3.  Words, lesson 1
  4. Reading
  5. (Home)work
  6. Looking back
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Today
  1. WRTS 
  2. Grammar uitleg: betrekkelijke voornaamwoorden
  3.  Words, lesson 1
  4. Reading
  5. (Home)work
  6. Looking back

Slide 1 - Slide

timer
5:00

Slide 2 - Slide


Aan het einde van deze les..
  1. ..weet je wat betrekkelijke voornaamwoorden zijn 
  2. ..weet je hoe je het juiste betrekkelijke voornaamwoord  gebruikt
  3. .. heb je kennis gemaakt met de words lesson 1

Slide 3 - Slide

1. Grammar: betrekkelijke voornaamwoorden (1)
This is the guy who stole my scooter. 

  • Wat betekent 'who' in deze zin? 
  • Naar wie verwijst 'who'? 
  • Een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een eerder genoemd persoon of ding in een zin. 

Slide 4 - Slide

1. Grammar: betrekkelijke voornaamwoorden (2)
I bought a loch which can't be opened.  

  • Wat betekent 'which' in deze zin? 
  • Naar wie verwijst 'which'? 
  • Ook 'which' is een voorbeeld van een betrekkelijk voornaamwoord 

Slide 5 - Slide

               Who - which 

Slide 6 - Slide

Students ... did not apply for the field trip will not be able to come.
A
who
B
which

Slide 7 - Quiz

Did you see the man in the news ... won a million dollars?
A
who
B
which

Slide 8 - Quiz

The phone, ... was broken, did not switch on.
A
who
B
which

Slide 9 - Quiz

lesson 1
Please, open your coursebook: p.75

Slide 10 - Slide

3. Reading
Open workbook A, p. 6
We'll do exc. 2 together

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

5. (Home)work


Friday, September 16th:
Maken:
  • Exc. 3/4/5/6/7 (p.7 / 8)

Leren
  • words lesson 1 (p.75, coursebook)

  • Voor jezelf
  • In stilte
  • Tijd tot afsluiting van de les.
  • Muziek mag
  • Klaar? Dan leren via WRTS (linkje in Classroom)

Slide 13 - Slide

Explain in your own words:
Wat is een betrekkelijk
voornaamwoord?

Slide 14 - Open question