Logistiek - Ontvangst en Opslag + KAM voorbereiding toets
1 / 41
next
Slide 1: Slide
LogistiekMBOStudiejaar 1
This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Oefentoets
Ontvangst en opslag
Veilig werken in de logistiek
Slide 2 - Slide
Vanaf hoeveel decibel is de werkgever verplicht om voor gehoorbescherming te zorgen?
A
vanaf 75 dB
B
vanaf 80 dB
C
vanaf 90 dB
D
vanaf 85dB
Slide 3 - Quiz
In het magazijn van een groothandel wordt gewerkt volgens het 5S-principe. Wat betekent dit voor de werkplek van een logistiek medewerker?
Slide 4 - Open question
Wat is een geconditioneerde ruimte?
A
een multifunctionele ruimte om producten op te slaan
B
een ruimte die na inspectie is goedgekeurd
C
een ruimte met speciale kenmerken om producten op te slaan
D
een tijdelijke ruimte om producten op te slaan
Slide 5 - Quiz
Zet de producten achter de juiste ruimte.
Ruimte
Product
een gekoelde ruimte
een extra beveiligde opslagruimte
een ruimte die beschermd is tegen diefstal
een diepvries
aansteker
ijs
bananen
gouden sieraden
Slide 6 - Drag question
Wat is het verschil tussen transportmateriaal en transportmaterieel?
Slide 7 - Open question
Six sigma is een....
A
kwaliteitssysteem
B
orderverwerkingssyteem
C
planningssysteem
D
een persoonlijkbeschermingsmiddel
Slide 8 - Quiz
Een logistiek medewerker stoot een kan met motorolie om waardoor de olie op de betonvloer van het magazijn lekt. Hoe kan de logistiek medewerker dit het beste schoonmaken?
A
absorberen met zaagsel, korrels of zand
B
schoonmaken met chloor
C
schoonmaken met water en azijn
D
bij elkaar vegen met handveger en blik
Slide 9 - Quiz
Wat is het doel van een dockshelter?
A
de hoogte tussen de vrachtwagen en het laadperron overbruggen
B
de vrachtwagen beveiligen tegen wegrijden
C
de weersinvloeden buiten houden
Slide 10 - Quiz
Als er brand is zijn er meerdere onderdelen tegelijk aanwezig. Welke 3 elementen zijn dat?
Slide 11 - Open question
Wat is verplicht bij gevaarlijke stoffen die van elkaar verschillen. Gevaarlijke stoffen die van elkaar verschillen
A
moeten 1 meter van elkaar afstaan als ze bij elkaar worden opgeslagen
B
moeten naar gevarenklasse apart worden opgeslagen
C
mogen als ze op de juiste manier verpakt zijn, bij elkaar worden opgeslagen
Slide 12 - Quiz
hoe heet een bedrijf dat schepen laadt en lost?
A
een cargadoor
B
een expediteur
C
een groothandel
D
een stuwadoor
Slide 13 - Quiz
Welk bord is dit?
A
verbodsbord
B
waarschuwingsbord
C
veiligheidsbord
D
gebodsbord
Slide 14 - Quiz
Schrijf op wat het pictogram betekent dat hier afgebeeld staat
Slide 15 - Open question
Na het lossen worden de geleverde goederen gecontroleerd. Wat is een volledige controle en wat is een steekproefsgewijze controle?
Slide 16 - Open question
Beschrijf in eigen worden wat derving betekend en aan de hand van welke lijst dit opgemerkt wordt.
Slide 17 - Open question
Wat zijn de afmetingen van een europallet?
A
120 x 80 cm
B
80 x 60 cm
C
120 x 100 cm
D
114 x 114 cm
Slide 18 - Quiz
De binnenmaat van een oplegger is 248 cm. Hoeveel pallets passen er in de breedte van de vrachtwagen?
A
3
B
2
C
1
D
4
Slide 19 - Quiz
Sleep de juiste beschrijving naar het symbool
Ontplofbaar
Oxiderend
Ontvlambaar
Slide 20 - Drag question
Wat betekend SZW en wat doen deze?
Slide 21 - Open question
Hoe noem je het streven om producten te recyclen?
A
lean and green
B
reverse logistics
C
hergebruik
D
cradle to cradle
Slide 22 - Quiz
Bij de ingang van een magazijn staat dit bord. Wat betekend dit?
Slide 23 - Open question
Wat is het voordeel van het vrije locatiesysteem?
A
de opgeslagen goederen zijn makkelijk terug te vinden
B
de ruimte wordt zo goed mogelijk benut
C
ieder artikel heeft zijn vaste plaats
Slide 24 - Quiz
Wat is een bedrijfskolom?
Slide 25 - Open question
In een magazijn wordt gebruikt gemaakt van het FIFO-systeem. Welk opslagmiddel is het meest geschikt om ontvangen producten op pallets op te slaan?
A
de doorrijstelling
B
de inrijstelling
C
de legbordstelling
D
entresol
Slide 26 - Quiz
Bij een groothandel komt een bestelling binnen met goederen die bijtend zijn. Welk plaatje staat op de verpakking?
A
B
C
D
Slide 27 - Quiz
Er ligt ligt een plas olie op de magazijnvloer. Hoe moet je dit opruimen en afvoeren?
Slide 28 - Open question
Noem 3 taken die een BHV-er verricht als het nodig is.
Slide 29 - Open question
Gebodsbord
Verbodsbord
Waarschuwingsbord
Reddingsbord
Welk bord hoort bij welke omschrijving? Sleep ze ernaartoe
Slide 30 - Drag question
Welk van onderstaand afval hoort bij restafval? Schrijf er twee op: leeg verfblik - appelschillen - batterijen - plastic - karton - nylon touw - stapels met kranten - gebroken kopje
Slide 31 - Open question
Zet de lijst met werkzaamheden van de inbound van goederen in de juiste volgorde : 1. aftekenen vrachtbrief 2. lossen en controleren van de goederen 3. opslaan van goederen 4. toewijzen losdock 5. voorbereiding ontvangst en opslag
Slide 32 - Open question
Schrijf op in welke geconditioneerde ruimte in een DC elk van onderstaande producten het beste kan worden opgeslagen: 1. aardappel kroketten 2. juwelen 3. vuurwerk 4. kaas
Slide 33 - Open question
Je ontvangt goederen en tekent de vrachtbrief voor ontvangst. Er ontbreekt 1 collo . Schrijf je dit op de vrachtbrief? Leg je antwoord uit.
Slide 34 - Open question
Schrijf 2 voorbeelden op van een eendimensionaal intern transportmiddel
Slide 35 - Open question
In een DC worden goederen direct na het lossen naar de laadplaats verplaatst. De goederen worden niet opgeslagen. Hoe heet dit logistieke proces?
A
crossdocking
B
emballage
C
retour logistiek
D
inbound proces
Slide 36 - Quiz
Wat betekent deze afbeelding?
Slide 37 - Open question
Wat doet een cargadoor?
A
deze laadt en lost
B
deze vertegenwoordigt de rederij
C
deze zet de ladingvast
D
deze regelt zeetransport
Slide 38 - Quiz
Je gebruikt een schoonmaakmiddel dat bijtend of irriterend is. Welke 2 voorzorgsmaatregelen moet je nemen?
Slide 39 - Open question
Wat is het doel van HACCP?
A
het geeft richtlijnen voor de voedselveiligheid
B
het geeft richtlijnen voor de veiligheid in het magazijn
C
het geeft richtlijnen voor de opslag van gevaarlijke stoffen
Slide 40 - Quiz
Geef per transportmiddel aan of deze heffend of niet-heffend is: 1. steekwagen 2. vorkheftruck 3. elektrische pallettruck 4. reachtruck 5. palletwagen 6. stellingsbedieningsapparatuur