Theme rekenen les 3

Activiteiten bij leren  rekenen les 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Activiteiten bij leren  rekenen les 3

Slide 1 - Slide

Vrijdag de 13de !!!
Geloof jij hierin? 

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • 99 math.... verbeteren van vorige week-- > 96%
  • Theorie vooraf 
  • Handelingsmodel, opdracht 4 portfolio
  • Lekker zelf aan de slag 
  • Tips en tops voor de juf  

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Theorie vooraf aan ERWD:
ernstige reken en wiskunde problemen, dycalculie 
Invloeden verschillende ontwikkelingsstromingen:
Vygotsky (1896-1934)
Galperin (1902-1988)
Freudentahl (1905-1990)


Slide 5 - Slide

Vygotsky (sociaal constructivisme)
Het kind leert door de nieuwe informatie te verbinden met hetgeen hij al weet, hij construeert nieuwe kennis (constructivisme). Als daar een sociaal element aan wordt toegevoegd, samen leren met anderen, spreek je van sociaal constructivisme

Slide 6 - Slide

Galperin
  1. Oriëntatie
  2. Uitvoering met materiaal
  3. Uitvoering met verbale ondersteuning
  4. Uitvoering met verkortingen een deelhandelingen
  5. Uitvoering met verkortingen en in een andere context. 



Slide 7 - Slide

Freudenthal 
 Beginnen bij dat 'gezonde verstand' en de spontane wiskundige activiteiten die mensen in hun dagelijks leven uitvoeren. Daarbij wordt de werkelijkheid als bron van de wiskunde gebruikt. Freudenthal noemt dit proces mathematiseren ofwel verwiskundigen.

Slide 8 - Slide

Handelingsmodel : ERWD

Slide 9 - Slide

1 opgave 4 uitwerkingen 
Drie vriendinnen willen naar het concert van de Bluebirds.
Ze hebben samen € 75,=.
De bus kost € 3,40 per persoon retour.
Hoeveel euro blijft over voor eten en drinken ?

Slide 10 - Slide

Informeel handelen: doen 

Slide 11 - Slide

foto's: realistiche denkmodellen
3 x € 17,50 = € 52,50    



                                  
                                                              3 x € 3,40 = € 10,20
Totaal 52,50 + 10,20 = 62,70
Dan heb je over: 75 – 62,70 = € 12,30


Slide 12 - Slide

abstracte representaties: wiskundige  denkmodellen
3 x € 17,50 =€ 52,50
3 x € 3,40 = € ,10,20
Totaal 52,50 + 10,20 = 62,70
Dan heb je over: 75 – 62,70 = € 12,30


Slide 13 - Slide

formele berekeningen: symbolen
3x € 17,50 + 3 x € 3,40 = € 52,50 + € 10,20 = € 62,70
€ 75 – € 62,70 = € 12,30 

Slide 14 - Slide

Opdracht 4 portfolio
En nu zelf: Kies één van de onderstaande opgaven 
(cito groep 7):
1. Sophia rijdt met haar auto 72 km/h. Hoeveel kilometer rijdt zij dan in tien minuten?
…..Km
2. Imani wil een gerecht maken voor 6 personen. Op de webpagina ziet hij dat er 120 ml. water toegevoegd moet worden. Dit is echter voor 4 personen. Hoeveel ml. water heeft Imani nodig?
…..ml.
3. Linde en Ise vinden een schat met een waarde van 25666 euro. Ze delen de buit eerlijk en krijgen dus allebei ....... euro.
…..Euro
Werk uit op de 4 niveaus. Bedenk welke materialen je kunt gebruiken!





Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide