P1: , algemeen belang, (in)directe democratie + referendum.
P4: Kenmerken parlementaire democratie, vrije en geheime verkiezingen, trias politica
P5: Ministers,staatssecretaris, regering, regeerakkoord, kabinet, taken koning, troonrede en miljoenennota.
P6: Taken parlement, rechten parlement, coalitie + oppositie
P7: Gemeentebestuur en provinciebestuur in vergelijking met het landelijke bestuur
P3: Kenmerken dictatuur, maatregelen tegen een dictatuur