Ook belangrijk: en - au - aux
Bij landen gebruik je in het Frans de voorzetsels au, en & aux. Jullie zullen binnen het werkveld hier veel over praten, er wordt dus van jullie verwacht dat jullie deze goed kennen.
->AU bij mannelijke landen -> Mes parents habitent au Maroc/Brésil/Portugal - Mijn ouders wonen in Marokko/Brazilië/Portugal
->EN bij vrouwelijke landen -> je vais en France/Allemagne/Espagne - Ik ga naar Frankrijk/Duitsland/Spanje
->AUX gebruik je bij meervoud -> J'aime aller aux Pays-Bas - Ik vind het leuk om naar Nederland (de Lage Landen) te gaan
Let op, bij steden en dorpjes gebruik je À -> Je vais à Paris, Toulouse, Villeneuve, Berlin, Londres...