This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
pleonasme & tautologie
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
pleonasme
Pleonasme is het versterken van een woord, door een toevoeging van een ander woord. Het woord wordt dan dubbelop geschreven. Het toegevoegde woord is een eigenschap van het andere woordsoort.
Slide 4 - Slide
voorbeeld
De ronde bal rolde over de grond.
Ronde versterkt het woord bal. Een bal is namelijk van zichzelf al rond, dus ronde geeft een extra toevoeging.
Slide 5 - Slide
tautologie
Tautologie is het benadrukken van een woord met een ander woord dat dezelfde betekenis heeft. Dus 2 woorden met dezelfde betekenis die in één zin worden gebruikt.
Slide 6 - Slide
voorbeeld
Zij krijgt het gratis en voor niets.
Als je iets gratis krijgt, krijg je het al voor niets. Gratis en voor niets betekenen allebei hetzelfde.
Slide 7 - Slide
We liepen door het groene gras naar de speeltuin.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 8 - Quiz
We liepen door het groene gras naar de speeltuin.
Dit is een pleonasme:
Gras is namelijk van zichzelf al groen. Het woord groene geeft een versterking aan het woord gras.
Slide 9 - Slide
Uit de kraan komt vloeibaar water.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 10 - Quiz
Uit de kraan komt vloeibaar water.
Dit is een pleonasme:
Water is van zichzelf al vloeibaar. Het woord vloeibaar geeft een versterking van het woord water.
Slide 11 - Slide
Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 12 - Quiz
Misschien dat ze er wellicht nog mee bezig gaan.
Dit is een tautologie:
Misschien en wellicht hebben dezelfde betekenis.
Slide 13 - Slide
Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 14 - Quiz
Voordat je gaat, moet je eerst even checken of je alles bij je hebt.