tekstverbanden leerjaar 3 en 4

tekstverband
1 / 29
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

tekstverband

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
tijd
C
conclusie
D
volgorde

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Hoe heet dit tekstverband?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Als ik naar school ga moet ik eerst met de fiets, daarna met de trein en vervolgens nog een stuk lopen

Slide 9 - Slide

Hoe heet dit tekstverband?
A
opsomming
B
volgorde
C
voorbeeld
D
conclusie

Slide 10 - Quiz

Volgorde
  • eerst
  • dan
  • daarna
  • vervolgens
  • ten slotte

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

tijd

  • terwijl
  • voordat
  • nadat
  • alvast
  • tijdens

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

reden of argument
  • omdat 
  • want
  • daarom
  • vanwege
  • immers
  • namelijk

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Je ziet zo een aantal zinnen.

Geef eerst aan wat de signaalwoorden zijn.
In elke zin staat een signaalwoord.
Benoem daarna de tekstverbanden.
Succes!

Slide 19 - Slide

In de eerste plaats ben ik een verzamelaar van schilderijen van Mondriaan.
Wat is het signaalwoord?

Slide 20 - Open question

Welk tekstverband is dit?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijd
D
oorzaak-gevolg

Slide 21 - Quiz

In de zomervakantie had ik een bijzonder aardig baantje, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.
Wat is het signaalwoord?

Slide 22 - Open question

Welk tekstverband is dit?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijd
D
oorzaak-gevolg

Slide 23 - Quiz

Het sneeuwde al enige dagen hevig waardoor de skipistes gesloten werden.
Wat is het signaalwoord?

Slide 24 - Open question

Welk tekstverband is dit?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijd
D
oorzaak-gevolg

Slide 25 - Quiz

Voordat ze het vliegtuig mochten betreden werden de paspoorten gecontroleerd.
Wat is het signaalwoord?

Slide 26 - Open question

Welk tekstverband is dit?
A
volgorde
B
tegenstelling
C
tijd
D
oorzaak-gevolg

Slide 27 - Quiz

Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess.
Wat is het signaalwoord?

Slide 28 - Open question

Welk tekstverband is dit?
A
volgorde
B
tegenstelling
C
tijd
D
oorzaak-gevolg

Slide 29 - Quiz